Het is een raadsel hoe het kon gebeuren dat zaterdag 3 december, na de live presentatie van de 12 nummers van Suripop 21, een top drie is gekozen die volledig bestaat uit liederen die muzikaal en tekstueel, decennia achterlopen op de moderne Surinaamse popmuziek. De uitslag is extra vreemd, omdat er tenminste één progressief pop meesterwerk was dat, vergeleken met de elf andere nummers, van een stuk hoger niveau is.
Door Arny Belfor
Vooropgesteld, de jury opereerde, zoals altijd al het geval is, onafhankelijk van de
Stichting voor Bevordering van Kunst en Cultuur in Suriname, de organisatie die verantwoordelijk is voor Suripop. De beslissing van de jury, die na de uitslag als één en ondeelbaar beschouwd moet worden, kan dus niet toegeschreven worden aan de organisatie. Maar, de mogelijke gevolgen van de keuze van de jury zullen wel van invloed zijn op onder andere de relevantie van Suripop voor de ontwikkeling van de Surinaamse popmuziek. Muziektechnisch en voor wat betreft de productie en zang, is er niets mis met de top drie. Ze klinken goed. Het probleem is dat het bij alle drie nummers gaat om pop power ballads, gebouwd volgens de ‘richtlijnen’ die golden in de jaren ’80. Bijna eenieder schijnt dezelfde verklaring te hebben voor de uiterst rare uitslag van zaterdag 3 december: ze zijn in de top-3 omdat ze die ‘Suripop sound’ hebben. Niemand kan uitleggen wat die ‘Suripop sound’ is, maar bijna eenieder omschrijft het als oud geluid en dat het eigenlijk geen goed teken is dat die oude sound nog steeds wordt aangehouden. Maar toch, de Suripop sound komt steeds terug.
Met Taa Fa , het jazz/pop meesterwerk van Byciel Watsaam (en arrangeur Ivan Ritfeld) , had Suripop een, tot dan, ongekende kwaliteitsniveau bereikt, met daaraan gekoppeld een vernieuwende impuls. De tekst was duidelijk, gevoelig en sterk en de arrangementen klassiek en modern tegelijk. Maar het waren vooral de dynamiek, de schoonheid en zuiverheid van de zang van Eugene Main en Lycintha Watsaam die Taa Fa hebben gemaakt tot het tijdloos popmeesterwerk, dat het nu al is. En, omdat er een product van het niveau en de frisheid van Taa Fa was afgeleverd bij Suripop 21, is het bizar dat het enige echte popmeesterwerk van Suripop 21, Mi Na Libi Sma Tu niet is gekozen om Taa Fa op te volgen. Tenminste had het lied een top drie positie verdiend.
Nieuw niveau
Het is fascinerend om te horen wat er allemaal gebeurt in
Mi Na Libi Sma Tu . De zang is van Emanuel’s broer, Rebrouf Sanvisi. Voor de arrangementen tekende Prayanswer Rotgans. Emanuel Sanvisi is een gospel/rap/hiphop/ R&B artiest. Hij scoorde verschillende moderne Surinaamse popklassiekers en is dus een bewezen hitjesbouwer. Hij onderscheidt zich door zijn creativiteit en innovatieve benaderingen en hanteert kwaliteitsnormen, die horen bij het popmuziektijdperk waar wij nu in leven. Nieuws van zijn deelname aan Suripop 21 was voor velen mogelijk een verrassing, maar voor het contest zelf een verrijking. Mi na Libi Sma Tu is één van die songs die, elke keer als je luistert, verrassingen heeft. Na het nummer zeker 100 keer geluisterd te hebben, is er eigenlijk maar één conclusie mogelijk. Mi Na Libi Sma Tu is perfect. Het is een ‘sexy’ pop meesterwerk, van een schoonheid en niveau die in Suriname zelden is gehaald. Er is op deze track niets dat niet is waar het behoort te zijn, geen woord teveel, geen akkoord overbodig, geen arrangement verkeerd gekozen. De productie is af en de videoclip is even stijlvol als het nummer.
Het nummer van Sanvisi is één van de weinige Suripop songs die perfect genoemd kan worden, precies als Taa Fa , het winnend nummer van Suripop 20. Het vocaal werk van Main en Watsaam is misschien wel het hoogste niveau dat ooit was gehaald in de Surinaamse popmuziek. Mi Na Libi Sma Tu sluit, vocaal, moeiteloos aan bij het niveau van Taa Fa want, de zang van Rebrouf Sanvisi – de broer van Emanuel – is mogelijk het beste solo mannen vocaal werk in een Suripop lied, ooit. Niet veel goede zangers hebben de zelfbeheersing om hun vocale ‘munitie’ op de juiste manier te verdelen, over het heel lied. Rebrouf doet het min of meer foutloos. Hij blijft in het begin ingehouden en speelt subtiel met zijn falcetto stem om accenten te leggen, op cruciale woorden, iets was het hele lied door gebeurt. Dat is één van de dingen die getuigt van urenlange detailwerk bij het arrangeren en tijdens de productie. Niets ontbreekt, niets is overdadig. Met de schoonheid die de zanger haalt met zijn kopstem, heeft hij misschien ook de titel van Suripop ‘falsetto koning’ overgenomen van Artino Oldenstam .
Krankzinnige arrangementen
De zang is een attractie op zich, maar de basis van dit prachtig nummer ligt vooral in de keuzes die zijn gemaakt bij het arrangeren. De track heeft een moderne sound en groove en had even goed muziek van een lied van John Legend, of elke andere bekende R&B zanger kunnen zijn. Het nummer bewijst misschien ook dat genialiteit en krankzinnigheid werkelijk heel dicht bij elkaar liggen, zoals wordt vaak gezegd. Eerst wordt ervoor gekozen een uiterst gevoelig en meeslepende R&B ballad te maken, zonder snaardrum, claps of fingersnaps. In plaats daarvan wordt levendige, uptempo Jazz/Funk gitaar spel, uitgegooid in verschillende partijen, gebruikt om het lied op te starten, aan te drijven en te dragen, tot het einde. Op papier is het krankzinnig, maar het blijkt een geniale keus te zijn op deze track. Een grote pluim aan de gitaristen, die op verschillende momenten, op de achtergrond, helemaal los gaan, met vlammende scratch akkoorden, tremolo effecten en zelfs flageolet tonen. Al dat gitaargeweld, op de achtergrond van een gevoelige ballad, zonder de vibe te verstoren. Integendeel, het maakt deze muzikale trip beter.
Over geniaal gesproken.
Boven het gitaarwerk is een simpel maar dynamisch samenspel gebouwd van verschillende percussiegeluiden, ook iets wat gewaagd is voor een ballad. Maar, op deze track werkt het ‘als een meter’. In het refrein klinkt de percussie een beetje als een kwabangi/kawina groove en brengt daarmee een subtiele Surinaamse flavor. De saxofoontonen op de achtergrond, in de bridge, hoor je eigenlijk niet. Je beleeft ze, onbewust, op dat punt in het lied. En dat, is meestal een goed teken. Maar, wat het plaatje compleet maakt, is de tekst. Lyrics van popsongs gaan vandaag over specifieke thema’s en moeten niet meer algemeen zeggen ‘ik hou van je’, ‘ik mis je’ en ‘ik haat je’ ‘ik wil je’. Emanuel Sanvisi behandelt met de tekst van Mi Na Libi Sma Tu een specifiek thema: het (verkeerd) idee van vrouwen dat mannen gevoelloos en onbezorgd door het leven gaan.
*Me yere fa ye krutu, fa yu e las pasensi. Ma lek fa ai hat yu, so srefi me krey tu. *
*Mi na libi sma tu. Me fir pen, me fir pen lek yu. Mi na libi sma tu. Me krey, me las sribi lek yu’ *
Deze woorden (ongeveer) hebben veel mannen waarschijnlijk ooit eens geuit, of hebben willen uiten. Maar, de tekst is ook relevant voor vrouwen. Door een specifiek thema, binnen het altijd aanwezige spanningsveld tussen geliefden en partners uit te werken, is Mi Na Libi Sma Tu song zeer persoonlijk gemaakt. Dat is misschien wel het belangrijkste ingrediënt van popsongs in 2022. Met een videoclip erbij kan eenieder op de mobiele telefoon het verhaal consumeren alsof het speciaal voor hem of haar is gemaakt.
Kenny B’s hit Parijs is een goed voorbeeld van hoe teksten gebouwd moeten worden. Het was een geniale ingeving van de zanger zelf om de fascinatie van Nederlanders met de Franse taal, de Franse keuken en cultuur te gebruiken om een poplied te schrijven. Hij maakt via de vrouw, die het onderwerp is in de tekst, de verbinding met Nederland en het Nederlands, en voila! een wekenlange nummer één! Parijs is gebouwd om een hit te worden. Je t’aime, de Seine, Bonjour mon amour en Schiphol zijn prachtig gekozen sleutelwoorden. Het succes van Parijs was geen toeval of geluk. Kenny B gaf Nederlanders met Parijs een perfecte meezinger om hun fascinatie, met alles Frans, te uiten.
Bij Suripop 21 beantwoordt alleen Mi Na Libi Sma Tu aan de moderne eisen voor teksten van popliederen.
Power Ballads
De top drie van Suripop 21 bestaat, technisch bekeken, uit pop power ballads, gebouwd volgens een formule uit de jaren ’80. De vorm veranderde sindsdien. Er is een duidelijk verschil tussen de 1986 hit, Didn’t We Almost Have It All en I Learned From The Best uit 2000, beiden van de koningin van de power ballad Whitney Houston. I Learned From The Best heeft meer RandB invloeden. Pasensi , de nummer 2 van Suripop 20, is een power ballad, zoals die voornamelijk rond 2000 klonken. Bovendien is er een ander groot probleem met de topdrie van Suripop 21. In hun geheel of in delen, doen de teksten, melodien en arrangementen van alle drie nummers denken aan ander internationale en Suripop nummers. Ze klinken niet uniek.
De pop power ballad raakte na 2000 uit gebruik, maar zo af en toe is er nog een artiest die het aanpast en iets mee doet. Halo van Beyonce is een pop power ballad, die een moderne feel heeft gekregen door een zware basdrum onder de piano intro te plaatsen en zo een hip hop groove te creëren. Het gaat bij popmuziek onder andere om met moderniseren en recyclen van de trends en stijlen en die aanpassen aan de tijd. Popmuziek is per definitie veranderlijk en mag, om interessant te blijven, nooit hetzelfde blijven klinken. Wie had 30 jaar geleden gedacht dat ooit een country nummer, met een hip hop beat (Bebe Rexha/Meant To Be ), een wereldhit zou worden of dat de mix van country en hip hop überhaupt een nieuw subgenre zou worden. Dat is het mooie van popmuziek. Het is sterk veranderlijk, een doorlopend live experiment, waar eenieder aan mag bijdragen. Als het steeds hetzelfde blijf, is het geen popmuziek.
Nieuw meesterwerk
Voor een mooi bewijs van hoe de power ballad modern gemaakt kan worden, hoeven wij niet eens over de Surinaamse grens te kijken. Vier jaar geleden is lokaal een power ballad en andermaal en een ander modern pop meesterwerk uitgekomen met een muzikale diepgang, tekstuele innovatie en creativiteit die bij Suripop zelden is gehaald. Te Lek Lobi Fuga Feng met zang Jermo Pogba en Xiomara van Hetten, is met niets anders te vergelijken. Geen drums, geen fingersnaps of handclaps en geen hi hat. Het nummer is gebouwd op bijna honderd procent (synthetische) klassieke orkestratie, inclusief tampani rolls, grand piano, een dramatisch ‘huilende’ cello (00:33-00:40), bellen, viooltechnieken en strijkpartijen. De song ontwikkelt zich, na de eerste tonen, snel maar gaat moeiteloos van deel naar deel, terwijl de basis steeds wordt gerecycled door items in het stereobeeld in en uit te mixen of maar één keer te gebruiken. In 2018 een power ballad met een urban feel proberen te maken, met bijna honderd procent klassieke orkestratie, zou of idioot of briljant uitpakken.
In Te Lek Lobi Fuga Feng is het briljant. De arrangementen komen van een plek die weinig anderen, uit de Surinaamse popmuziek, hebben durven bezoeken. Dit nummer zal, vroeg of laat, aangemerkt moeten worden als een historische standaard die is gezet. Een standaard die tekenend was voor de enorme vlucht die de ontwikkeling van de Surinaamse popmuziek rond die periode heeft genomen.
Maar, het is voornamelijk de tekst die dit nummer zo aangrijpend, persoonlijk en herkenbaar Surinaams heeft gemaakt.
*Mi wan yu lob mi lek fa bangi lobi moni. Mi wan yu lob mi lek fam’ granma lob eng koni*
*Lobi mi te lek yu ex las bribi. Hori mi te lek yu anu n’abi firi*
Het enige wat misschien ontbrak, om dit nummer perfect te maken, was de best mogelijk opname en mastering studio die het verdiende. Dat het gaat om jonge Surinamers, die dit meesterwerk hebben bedacht, wordt mogelijk duidelijk uit de hip hop vibe die Pogba en van Hetten creëren met het ritme van hun zang (tussen 02:03-02:30), die contrasteert met de aanzwellende klassieke patronen onder hun stem, wanneer alles naar een klimax gaat. De vorm van deze moderne power ballad is, net als zoveel andere dingen, ongewoon maar het past perfect. Wie in Suriname nog een power ballad wil maken, zal als uitgangspunt moeten gebruiken het stukje Surinaamse popmuziek geschiedenis dat heet Te Lek Lobi Fuga Feng . De top drie van Suripop 21 komt, hoe pijnlijk het ook is om te zeggen, niet eens in de buurt.
Roze Olifant
Er is al jaren een bizarre situatie in de Surinaamse popmuziekwereld, die niemand echt aanhaalt of bespreekt, maar die wel overduidelijk speelt. De bekende roze olifant. Suripop is, voor wat betreft de ontwikkeling van de Surinaamse popmuziek, nagenoeg irrelevant geworden. De tijd van het vernieuwende effect liederen als San Ede Yu Gwe en het opzwepende Wi Na Wan , is voorbij. Dat is niet direct de schuld van Suripop. De nieuwe media en technologie hebben creatievelingen de vrijheid gegeven om zelfs in hun slaapkamer, als dat moet, een studio op te zetten. Niemand die ze zegt hoe het moet klinken of wat wel of niet mogen uitproberen. Dit heeft geleid tot een enorme explosie van vernieuwende initiatieven en moderne muziek met commerciële kracht. Mi No Sa Kori Yu en Prasoro, twee andere nummers van Suripop 21, zijn voorbeelden van de producten deze vrijheid hebben voortgebracht. Samen met Mi Na Libi Sma Tu, zijn deze drie tracks mogelijk de enigen die echte 2022 Surinaamse popmuziek genoemd kunnen woren.
De creatieve explosie gebeurt ook in de rest van de wereld. De laatste vijf toen tien jaar, bijvoorbeeld, heeft een reeks Afrikaanse popsterren het internationale podium bestormd met als een van de resultaten, talloze collaboraties tussen grote westerse en Afrikaanse popsterren. Hold You For My Hand van Burna Boy en Ed Sheeran en Peru van Fireboy en Ed Sheeran zijn twee van de meest recente voorbeelden van dit soort collaboraties. Surinaamse popartiesten hebben deze nieuwe vrijheid jaren geleden ontdekt. Ze hebben niet meer de goedkeuring nodig van ‘oude’ mensen, die geen idee hebben waar het muzikaal tegenwoordig over gaat, maar die zich die wel het recht toemeten en in de positie zitten, om over hun moderne producten te oordelen.
Gemiste kansen
De kwaliteit die Surinaamse producers en artiesten nu halen, is verbluffend. Op hitlijsten, bij verschillende radiostations, wisselen Surinaamse popnummers wekenlang elkaar af op de hoogste posities. Het aandeel van Surinaamse popmuziek op de radio is nog nooit zo groot geweest. Dit is een ongekend tijdperk, als het gaat om Surinaamse popproducties. In het open veld hebben de meeste Suripop nummers bitter weinig kans tegenover de kracht van popnummers die popartiesten als, Kater Karma, Repsen T en AMili, Benjamin Fayah, Psycho, Kiev en anderen uitbrengen. Emanuel Sanvisi is een begrip in de wereld die constant vernieuwende muziek uitbrengt en elk jaar een steeds hoger niveau haalt. Waarschijnlijk uit respect voor de status van Suripop zorgde hij ervoor dat zijn inzending, Mi Na Libi Sma Tu, mogelijk zijn beste werk is tot nu toe. De beslissing van de jury, dat dit vernieuwende pop meesterwerk niet eens in de top drie thuishoort, zal bij de iconen uit de hoogst productieve popmuziek industrie waarschijnlijk tot één conclusie leiden: Suripop gaat zichzelf niet vernieuwen en is niet voor ons. Of die conclusie terecht is, maakt niet eens meer uit. De producties in de open popwereld hebben in 2022 straatlengtes voorsprong op muziek van Suripop en die afstand gaat over twee jaar, wanneer Suripop 22 aan de beurt is, nog groter zijn.
Verliezer
De grote verliezer is Suripop. Er liggen kansen en mogelijkheden om aan te haken en te vernieuwen, maar die moeten aangegrepen worden. Emanuel Sanvisi’s deelname en de kracht van zijn creatie, was een uitgelezen kans om de weg naar voren en omhoog te vinden en vooral om een brug te slaan naar die erg productieve, open Surinaamse popmuziek wereld. Die kans is niet aangegrepen. In plaats daarvan is gekozen voor de hopeloos ouderwetse ‘Suripop sound’, die reeds lang en breed irrelevant is voor de grootste groep consumenten van Surinaamse popmuziek. De kans dat Suripop Sanvisi terug ziet is mogelijk heel klein, na zo een bizarre afwijzing. Het belangrijkste voor de Surinaamse popmuziek is dat hij dit niveau gebruikt voor de nummers die hij nog moet maken. Het is nu al smullen van het idee van wat zijn volgende creatie gaat worden. Suripop 22? Ik zou mijn adem niet inhouden.