“Nog steeds niets. Ik heb helemaal niets gehoord van het ministerie”, zegt leerkracht Marjory Pinas, die op 4 maart slachtoffer werd bij een roofoverval in een winkel te Apoema Tapoe. De gezondheid van Pinas, die nu in Paramaribo is, is stabiel en het wondje aan haar been is aan het herstellen. “Het gaat de goede kant op.”
De leerkracht van OS Apoema Tapoe wordt nu extra in de kosten gejaagd door dit incident, want haar verzekering dekt niet alle medicijnen en spullen die zij nodig heeft om het wondje te onderhouden. Spullen als een gaaskompres, gaasverband en bepaalde geneesmiddelen moet zij zelf kopen. “Voor een van de medicijnen moet ik zelfs SRD 130 betalen.” Pinas geeft aan dat haar huisarts haar af en toe wel helpt met het verkrijgen van bepaalde medicijnen, maar andere spullen kosten wel duur.
Wat zij heel erg vindt, is dat de leiding van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur nog geen contact heeft opgenomen met haar. “Alleen een belletje zou genoeg zijn. Het gevoel dat ik ondersteuning heb van de werkgever zou me goed doen. Maar ik heb nog steeds niets gehoord.” Pinas verwacht dan ook geen financiële steun van het ministerie.
“Een simpel belletje kunnen ze niet maken, dan laat staan een financiële steun.” Zij gaat, in elk geval voor dit kwartaal, de school niet meer kunnen bezoeken.
Pinas geeft verder aan dat de school sinds 27 februari gesloten is en de andere leerkrachten van de school sinds 6 maart in Paramaribo zijn. Het gebied lag onder water, waardoor lesgeven onmogelijk was. Zij kan nog niet aangeven wanneer de school weer zal aanvangen.
DNA-lid Remi Kanapé vroeg dinsdag, in het parlement aan de regering, aandacht voor deze situatie. De leerlingen zitten al enkele weken verstoken van onderwijs en hij wilde weten wanneer er verandering komt in deze situatie.