Ik ben opgegroeid in een buurt en een tijd waarbij belangrijke randvoorwaarden voor een duurzaam leven gebrekkig waren. Als kleine jongen van de lagere school was het heel vroeg opstaan om water te vullen bij een kapot gemaakte waterbuis van de Dienst Watervoorziening. In mijn periode op de Mulo-school moest ik elke dag om 1 uur in de ochtend in die put water aftappen om vervolgens met emmers enkele meters verder over te schenken in vaten. Heel moeizaam verliep dat. Daarnaast kwam nog bijkijken dat ik al voor mijn tiende wat zakcentjes begon te verdienen om wat voor mezelf te kopen. Op mijn twaalfde, toen in de zesde klas van de lagere school, kon ik na precies een jaar sparen een bigi bille 20 inch Sharp-televisie kopen. Althans, ik stelde dat aan mijn moeder voor, nadat ik haar elke maand mijn opbrengsten gelijk aan SRD 120 gaf om mee te doen aan kasmoni. Op de muloschool begon ik des weekends te werken bij mijn moeders familie in de landbouw- en veeteelt sector in het district Wanica. Met dat geld kon ik deels mijn schoolkosten dekken en elke dag een bol en teloh trie kopen tijdens de pauzes. Op de middelbare school was dit ook nog mijn hossel. Zij die mij kennen zullen dan ook snappen vanwaar de liefde voor de landbouw en niet te vergeten die groene handen.
Het geeft altijd een lekker gevoel wanneer je de vruchten kan oogsten van hetgeen je zelf hebt geplant. Maar het is ook geen makkelijk ding he. Planten vereist heel veel inspanning. Van de grond ‘plantklaar’ maken, plantjes aanmaken, plantjes in de grond plaatsen en dan soms maandenlang van de nodige zorg voorzien. Ondanks die moeite en inspanning kan het altijd nog misgaan, vanwege ziektes of ook veranderende marktomstandigheden die de onzekerheid doen toenemen. Bij elke aanplant vraag ik me opnieuw af waarom de natuur zo vreemd in elkaar zit. Juist het onkruid groeit veel sneller dan de planten die je met alle liefde behandelt en daarnaast van de nodige zorg voorziet. Hetzelfde houdt mij ook bezig bij de koersontwikkeling. Ondanks alle toezeggingen van de regering blijft deze maar groeien, zelfs harder dan het gezondste onkruid. De minister van Financiën raakt zelfs geshockeerd van de ontwikkelingen op de koersen front. Het lijkt alsof de autoriteiten met de handen in het haar oogluikend toekijken hoe de koers steeds verder omhoog schiet. Ik zeg dit omdat elke wijze Surinamer (ik neem gevoegelijk aan dat er in de regering geen leken zitting nemen) snapt dat Suriname meer moet gaan produceren en exporteren. Zelfs regeringstoppers hebben dat meermaals geuit en toch blijven er concrete acties uit. En laten we eens ophouden om het volk lui te noemen. Zonder het volk de gelegenheid (grond) te bieden om bijvoorbeeld te planten met het oog op productie en export, kan het volk ook niets bijdragen. Het lijkt naar mijn gevoel alsof het volk deels gewoon aan haar lot wordt overgelaten. Wij moeten het zelf zien te overleven als de koers deze week werkelijk haar 40-jarig jubileum officieel zal vieren.
Het is voor velen in Suriname momenteel hier langer blijven en struggelen om te overleven. Het wordt alsmaar zwaarder. Ik begrijp de bitterheid onder Surinamers die keihard moeten werken voor een karig loon en daarnaast nog extra inkomsten genereren om te surviven. De situatie in het land laat mij echt denken aan die donkere nachten in mijn jeugd toen ik de emmers sjouwde om de vaten te vullen en elke keer vroeg ik me af haal ik het wel om de vaten te vullen? Overleef ik het wel? Ik denk dat vele Surinamers intussen zijn gestopt met vullen, omdat het water gedurende het vullen verdampt. De eindstreep of doelen behalen lijkt haast onmogelijk. Ook al komt er maandelijks een extra SRD 1100, gelijk aan USD 30, bij in de vorm van toelages voor de verpleegsters. U gaat ze daarmee niet kunnen weerhouden om Suriname te verlaten. Het bedrag is een druppel op gloedhete plaat, anders gezegd schaamteloos, omdat deze zelfde mensen moeten werken met specialisten die slechts met 1 consult die hele maandelijkse toelage van SRD 1100,- opstrijken. Specialisten verdienen lekker enkele tonnen SRD’s en wij moeten het doen met SRD 10.000, tegen een koers van SRD 40 voor de USD. Hoe kun je dan verwachten dat de verpleegsters hiermee blij zullen zijn?