Het is beangstigend om te zien hoe er op de meest grove wijze anarchie wordt omarmd door het landsbestuur en de rechtsstaat meedogenloos wordt vertrapt. Dit staat in schril contrast met de werkelijkheid in de rechtszaal. Daar wordt de ‘gewone burger’ die vervolgd wordt stelselmatig het verwijt gemaakt de rechtsorde met de gepleegde strafbare handelingen te hebben geschokt. Hetgeen dan ook de reden is waarom die verdachten extra lang in voorlopige hechtenis worden gehouden. Het lijkt dus alsof alleen de gewone burger de rechtsorde schokt.
Maar klopt die indruk? Het rechtsbegrip ‘geschokte rechtsorde’ heeft zich voornamelijk in de rechtspraak en rechtsliteratuur ontwikkeld. Een snelle blik werpend op de Surinaamse rechtspraak leert dat deze rechtspraak volstaat met het stellen dat gepleegde feiten hebben gezorgd voor een ‘geschokte rechtsorde’. Hoe die geschokte rechtsorde zich heeft gemanifesteerd wordt niet gespecificeerd. Dat kan gelezen worden in de uitspraken SRU-K2-2022-4, SRU-K2-2022-3, SRU-K2-2022-2 en SRU-AAA-2208 allen gedaan op 31 januari 2022.
In tegenstelling tot de Surinaamse rechtspraktijk nemen de Nederlandse en Europese rechtspraak geen genoegen met slechts het stellen dat de rechtsorde geschokt is. Dat blijkt uit de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 9 december 2014, 15911/08 (Geisterfer vs. Nederland). Het EHRM stelt namelijk dat een geschokte rechtsorde moet worden bewezen. Er zullen concrete feiten en omstandigheden moeten worden aangetoond waaruit blijkt dat er sprake is van een vorm van maatschappelijke onrust.
In de zaak Gerechtshof Amsterdam van 28 oktober 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4417, oordeelde het Hof over het verweer dat het opschorten van een voorlopige hechtenis, waardoor een verdachte (tijdelijk) weer op vrije voeten komt, tot een geschokte rechtsorde zou kunnen leiden. Volgens het Hof is het risico op een geschokte rechtsorde een grond voor het opleggen van de voorlopige hechtenis. Dat betekent echter niet dat een voorlopige hechtenis niet – onder voorwaarden – geschorst zou kunnen worden. Volgens het Hof is het onder omstandigheden dus ook goed mogelijk om een geschokte rechtsorde te voorkómen met het stellen van voorwaarden waaronder de voorlopige hechtenis geschorst wordt.
Dat het recht op vrijheid zoals vastgelegd in artikel 16 leden 1 en 2 van de Surinaamse Grondwet een hoog goed is, kan beargumenteerd worden met de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 26 oktober 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4367. Volgens het Hof zal de voorlopige hechtenis van een verdachte geschorst moeten worden als hij/zij al lange tijd in voorlopige hechtenis zit, terwijl er niet op korte termijn een begin zal worden gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. Dit zal ook moeten gebeuren als de geschokte rechtsorde een grond was voor de voorlopige hechtenis.
Met het voorgaande is het dus duidelijk dat een handeling die de rechtsorde schokt, één is die maatschappelijke onrust of beroering veroorzaakt. Deze vaststelling brengt mij terug naar het handelen van ons landsbestuur dat zich met een vaste regelmaat gedraagt op een wijze die de rechtsorde steeds weer schokt. Die gedragingen ontlokken maatschappelijke onrust en/of beroering, hetzij protestmanifestaties dan wel verontwaardiging, tirades op sociale media en cynische en gedemotiveerde burgers.
De rechtsorde schokkende gedragingen van het landsbestuur omvatten het niet nakomen van overeenkomsten met burgers, hoewel artikel 1359 van het Surinaams Burgerlijk Wetboek expliciet voorschrijft dat overeenkomsten door partijen precies als de wet nageleefd moeten worden. Ook het niet naleven van rechterlijke uitspraken door de Staat schokt de rechtsorde. Met die gedraging desavoueert het landsbestuur de rechterlijke macht openlijk en worden burgers tot wanhoop gedreven.
Voorts grossiert het landsbestuur in het bespelen van rassentegenstellingen, het misleiden en verkondigen van onwaarheden en het zonder enige gêne de burgerrechten van haar burgers en ingezetenen te vertrappen, burgers stelselmatig te muilkorven en van opruiing te betichten. Daarbovenop schroomt het landsbestuur niet om zich schuldig te maken aan strafbare feiten zoals identiteitsfraude. Dit laatste is het geval waarbij het landsbestuur bewust een vreemdeling heeft voorzien van een Surinaams laissez-passer, en daarmee dus een valse nationale identiteit, met het doel een andere Staat te bewegen tot het plegen van bepaalde handelingen.
Dit zijn allemaal gedragingen die thuishoren in een anarchistische samenleving en niet in een rechtsstaat. Deze gedragingen schokken de rechtsorde en dragen niet bij aan de creatie van een gezonde, ordelijke en evenwichtige samenleving met eerlijke en rechtschapen burgers. Ons landsbestuur dient het pad van anarchie te verlaten en die van de rechtsstaat te gaan bewandelen willen wij dit prachtige land tot duurzame ontwikkeling brengen.
Mr. M.A. Castelen, LLM & LLM
Advocaat, gespecialiseerd in staats- en bestuursrecht, mensenrechten en internationaal recht
(Passie voor Suriname)