Het Hof vanJustitie heeft bepaald dat de vervolging van gewezen minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, rechtmatig is. Dat besluit is maandag genomen aansluitend op de afwijzing van de verweren van Hoefdraads verdediging. Nu dit besluit is genomen zal de strafzaak over de voortvluchtige ex-minister worden hervat.
De meerkoppige Hofkamer die het besluit nam, werd voorgezeten door rechter Anand Charan. De verdediging had de rechtbank gevraagd om het Openbaar Ministier (OM) niet ontvankelijk te verklaren. Er is onder meer aangevoerd dat De Nationale Assemblee (DNA) ten onrechte twee keer de gelegenheid heeft gehad om te beslissen over de eventuele in staat van beschuldigingstelling van de toenmalige minister.
Zijn raadsman, Murwin Dubois, is van mening dat daarmee het ‘ne bis in idem’ beginsel is geschonden. Volgens dat beginsel mag iemand niet twee keer voor hetzelfde worden vervolgd.
De pro-regeringsmeerderheid in het parlement wees in eerste instantie de vordering van het OM in april 2020 af.
Hoefdraad was toen nog minister. Na de verkiezing van 25 mei 2020, gevolgd door de machtswisseling, vroeg het OM opnieuw aan DNA om Hoefdraad te vervolgen. Ondertussen was er een politieke aardverschuiving in het parlement. De nieuwe parlementaire meerderheid stemde in mee in staat van beschuldigingstelling, waarna de weg vrij was voor het OM hem aan te klagen.
Rechter Charan zei bij de argumentatie van het besluit van het hof dat het ‘ne bis inidem’-beginsel niet is geschonden. Meer nog, dit beginsel was volgens hof niet van toepassing, aangezien er geen sprake was van een onherroepelijk oordeel over enig feit.
De strafrechtelijke vervolging van Hoefdraad draait om beschuldigingen van ernstige financiële misstanden tijdens zijn tijd als minister van Financiën. Hij is in eerste aanleg in 2021 veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf, maar is sindsdien voortvluchtig.
De volgende hoorzitting is gepland voor 15 juni aanstaande.