Honderden geestelijken ontvangen momenteel onrechtmatig geld van de staat en daaraan zal op korte termijn een halt worden toegeroepen. Dat deelde minister van Binnenlandse Zaken, Marinus Bee, woensdag mee aan journalisten voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers.
Volgens de bewindsman is uit een quickscan op zijn ministerie gebleken dat tal van zaken niet conform het Staatsbesluit zijn verlopen. Als voorbeeld haalde hij aan dat er volgens dit Staatsbesluit 246 bezoldigde geestelijken in overheidsdienst mogen zijn, terwijl het huidige bestand meer dan 600 personen omvat. “Ongeveer 660,” aldus Bee.
De situatie is volgens hem nog zorgwekkender, omdat voor 110 van deze personen niet kan worden verklaard op welke wijze zij in het bestand zijn opgenomen. “We weten niet eens of deze mensen inderdaad geestelijken zijn. Dus we moeten hiervoor een antwoord gaan vinden.” In feite gaat het dus om meer dan 400 geestelijken die onrechtmatig geld van de staat ontvangen, concludeerde de minister.
Bee gaf verder aan dat in hetzelfde Staatsbesluit is vastgelegd dat geestelijken tot hun 60ste mogen werken, omdat zij tot het ambtenarenapparaat behoren. Na het bereiken van de 60-jarige leeftijd kunnen zij een verlenging aanvragen op basis van een arbeidsovereenkomst. “Op dit moment hebben we meer dan 70 geestelijken die ouder zijn dan 65. Sommigen zijn 70, anderen al 80 jaar,” zei hij.
De minister kondigde aan dat er in de loop van volgend jaar een structurele oplossing voor deze situatie moet komen. In januari zullen de ambtenaren die zich nog niet hebben aangemeld voor de verplichte registratie van landsdienaren opnieuw worden opgeroepen. Daarbij zullen ook de betrokken geestelijken worden uitgenodigd. “We gaan dit moeten ordenen,” aldus Bee.









