Op zondag is het Israëlisch hooggerechtshof bijeengekomen om te beslissen over de controversiële vrijstelling van de dienstplicht voor ultraorthodoxe mannen. De negen rechters buigen zich over twee petities die oproepen tot de onmiddellijke invoering van de dienstplicht voor ultraorthodoxe mannen. Een beslissing wordt later verwacht.
Ultraorthodoxe mannen die godsdienstonderwijs volgen, genieten al tientallen jaren vrijstelling van de dienstplicht, maar deze vrijstelling liep twee maanden geleden af. Het hooggerechtshof had daarop aangedrongen op het stopzetten van subsidies voor ultraorthodoxe mannen van dienstplichtige leeftijd die studeren aan religieuze scholen. Procureur-generaal Gali Baharav-Miara had bovendien het leger verplicht om godsdienst-studenten onmiddellijk in dienst te nemen, maar de invoering van de dienstplicht werd toen nog niet verwacht. Tienduizenden mannen zouden hierbij betrokken zijn.
De wetgeving rond de vrijstelling liep vorig jaar af en de regering onder premier Benjamin Netanyahu slaagde er niet in een wet goedgekeurd te krijgen die de vrijstelling verlengt. Daarom werd de regeling voorlopig verlengd tot eind maart, maar ook toen was er geen oplossing. De regering heeft nu beloofd om tegen eind juli een nieuwe wet in te voeren, maar het is niet duidelijk of dit zal lukken.
Critici beschouwen de uitzondering al langer als oneerlijk en de Gaza-oorlog heeft de kloof tussen voor- en tegenstanders vergroot. De kwestie verdeelt nu ook de coalitie, waarbij streng religieuze leden zich fel verzetten tegen de dienstplicht voor ultraorthodoxe joden. In 2018 viel de regeringscoalitie uiteen door een conflict over een wet die geleidelijk aan legerdienst zou verplichten voor streng religieuze mannen. In Israël moeten mannen drie jaar militaire dienst doen, vrouwen twee jaar. Vandaag zijn er al ultraorthodoxe joden die vrijwillig dienen in het leger.