Tijdens zijn bezoek aan Nickerie in het weekend heeft president Chandrikapersad Santokhi duidelijk gemaakt dat hij zich door niets en niemand onder druk laat zetten. Dat zei hij in een reactie op de vraag of Suriname niet onder politieke druk wordt gezet door Guyana. In de media zijn er tal van berichten verschenen waar de president van Guyana, Irfaan Ali, uitspraken heeft gedaan dat hij medewerking verwacht van Suriname in de kwestie van de Guyanese vissers en de vergunningen.
“We hebben gemerkt dat veel Guyanese vissers werken met Surinaamse vergunningen van bedrijven, die als tussenpersonen optreden en deze vergunningen voor duizenden dollars huren”, zegt Santokhi tijdens zijn persmoment in Nickerie op zondag 24 april. Santokhi, die in het rijstdistrict was voor de installatie van een rijstplatform, heeft ook enkele vragen over de visserijsector beantwoord.
Het staatshoofd geeft aan dat als tussenpersonen zoveel geld kunnen innen voor het verhuren van een vergunning, waarom zou de Staat dat niet zelf kunnen verdienen. Echter, het verstrekken van een visvergunning aan niet ingezetenen kan wettelijk niet.
De president gaf aan dat er een onderzoek is gestart naar de mensen en of bedrijven die optreden als tussenpersonen. Intussen is er al een lijst met namen van mensen en bedrijven.
Uit onderzoek is ook gebleken dat enkele van deze bedrijven hun vergunning aan meerdere Guyanese vissers hebben doorverhuurd, terwijl dat niet mag. “De minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij heeft de opdracht gekregen om na te gaan of deze bedrijven werkelijk bestaan. Als blijkt dat er inderdaad kopieën zijn gemaakt, moeten de vergunningen per direct worden ingetrokken”, zegt de president resoluut.
De Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA) heeft in een schrijven ook haar stem laten horen over de kwestie van de visvergunningen. Zij is van mening dat er duidelijk politieke druk wordt gebruikt vanuit Guyana op Suriname. De FSA geeft aan dat de Zeevisserijwet het toestaat dat vreemde vaartuigen, die gekeurd zijn en als de eigenaren van de boten zich houden aan de voorwaarden, zich kunnen registreren in Suriname. Zij moeten zich houden aan maximale visdagen en voorgeschreven vangstsoorten, voorgeschreven vaartuigen en netomvangen, aanlanding en keuring van vangst in Suriname en zich aandienen voor registratie in Suriname.
“Vaartuigen uit meerdere landen, ook uit de regio, maken van deze mogelijkheid keurig gebruik en werken structureel samen. Echter, dit is niet wat de Guyanese regering en Guyanese vissers voor ogen lijken te hebben. Anders was diplomatieke druk niet het middel geweest om de Surinaamse regering tot afwijkende toezeggingen en handelingen te dwingen”, zegt de FSA in haar berichtgeving.
De FSA, die solidair is met de visserijsector, zegt dat wat de Guyanese regering beoogt in strijd is met artikel 8 van het Cariom-verdrag. Zij verwacht een afwijkende behandeling voor haar visserijondernemers dan de behandeling van de andere Caricom-lidstaten. “De Gyanese regering verwacht dat de Surinaamse regering de Guyanese vissers faciliteert en desnoods de eigen wetgeving terzijde schuift.” FSA neemt in haar berichtgeving een duidelijk standpunt in. Zij is geen voorstander van de voorkeursbehandeling die eenzijdige voordelen zal opleveren voor Guyana.