De 17-jarige Jaïr Nortan verraste zondag vriend en vijand door de ‘Ronde van Commewijne’ onder auspiciën van de Surinaamse Wielren Unie (SWU) op zijn naam te schrijven. Het was een bijzondere prestatie voor de junior wielrijder, aangezien werd verwacht dat 1 van de grote boys zoals Moses Rickets of Jorryn Simson de overall prijs zou kunnen veroveren.
Nortan’s mindset was voor niets minder dan de 1e plaats te gaan. Er was een aantrekkelijke prijzenpot aan de ontmoeting gekoppeld voor de nummers 1 tot en met 6. Nortan mocht naar huis met SRD 4500. De ervaren Rickets sloot af als 2e en ontving SRD 3000. Jorryn Simson (SRD 2000), Jeörgen Adelaar (SRD 1500), Ruben Vismale (SRD 1000) en Benito Geerlings (SRD 500) completeerden de top 6.
De ontmoeting had een open karakter, aangezien de inschrijving tegenviel. In totaal deden 21 wielrenners mee, waarvan geen enkele vrouw. Start en finish vonden plaats bij Diapura Commewijne. De groep wielrijders ging 2 keer over het parcours (86 km) Tamanredjo, Alkmaar, Nieuw-Amsterdam en terug richting de Oost-West verbinding.
“Ik wilde die race graag winnen en was ready om met ze (Rickets, Simson en Vismale) te strijden”, aldus een gretige Nortan. De jongeling vertelt dat het hard rijden en doorzetten tot de eindstreep geblazen was. “Ik versnelde heel hard bij de helft van Alkmaar. Niemand kwam mee dus heb ik op een constante snelheid tot de finish gereden”, legt hij zijn wedstrijdstrategie uit.
Volgens Nortan wachtte hij het moment af toen het tempo ietwat dropte. “Ik heb toen heel hard versneld en een hoge snelheid gereden.” Met nog ruim 70+ km te gaan was de voorsprong op de rest van het peloton aanzienlijk. Alleen rijden vergt mentaal veel. “In het begin was het niet zo zwaar, maar nadat ik lang solo reed, werd het zeer pijnlijk”, erkent Nortan. Hij was echter vastberaden en ging er vol tegenaan. Nortan kende geen obstakels behalve de tegenwind. Het laatste hoort echter bij de wielersport.
SWU-voorzitter Earl van Wilgen, die ook coach is van wielrenvereniging De Arend, was enorm blij met de prestatie van zijn pupil. Hij merkte op dat er weinig wielrijders hebben deelgenomen. “De Arend komt met de grootste groep, wij hebben dus vandaag (zondag 26 mei) de kaarten uitgedeeld.”
Zijn organisatie wil echter dat het niveau van de wielrennerij omhoog gaat. De SWU-preses benadrukt het gemis van strijdlust bij het grootste deel van de wielrenners. “SWU streeft naar niveau verbetering, maar heel wat renners komen niet om te strijden”, jammert de bestuurder.
Het is hem opgevallen dat wanneer het uitgestippelde parcours zwaar of minder aantrekkelijk is, heel wat rijders wegblijven. “De echte wielrenners willen strijden en die waren er vandaag (zondag 26 mei). Het is leuk om 50 mensen aan de start te hebben, waarvan 6 of 10 op niveau rijden en na 20 km zijn de andere 40 renners afgevallen.” Van Wilgen vindt deze situatie zorgwekkend, maar drukt de verenigingen op het hart om hun wielrijders voor de strijd klaar te stomen. Het niveau van de toprijders vindt hij voor Surinaamse begrippen redelijk goed.