Het volgende speelde zich eens af op een planeet die Dwazenkamp heette. Zoals de naam al doet vermoeden, werd deze planeet door verschillende soorten dwazen bewoond: gewone dwazen, domme dwazen, naïeve dwazen, geschoolde dwazen, sluwe/manipulatieve dwazen en gelddwazen.
Al deze verschillende soorten dwazen hadden echter dezelfde levensbehoeften, alsook een beperkte levensduur. Desondanks waanden bepaalde dwazen zich meer dan de anderen of superieur. Deze waan leidde dan ook grenzeloos tot allerlei vormen van uitbuiting, onderdrukking, armoede, honger, wetteloosheid en bandeloosheid, alsof deze ‘superieure’ dwazen het eeuwige leven hadden en hierdoor ziektes, pijnen en teleurstellingen konden voorkomen. De dwazen kenden het begrip karma niet. Onvoorstelbaar toch? Maar ja, wat verwacht je anders van dwazen.
Dwazenkamp
Over de hele planeet was de leiding op verscheidene gebieden overwegend in handen van een combinatie van sluwe en geschoolde dwazen. Deze categorie dwazen kon heel goed liegen, bedriegen en oplichten. Bovendien gingen ze daar prat op en probeerden zelfs elkaar te overtreffen, waarbij ze totaal niet gehinderd werden door hun voortdurende mislukkingen in praktisch elk opzicht. Hun dwaze geest was gevangen door machtswellust, geldzucht, hebzucht, corruptie en een superioriteitscomplex.
Dat was de heersende moraal van Dwazenkamp. Goed bestuur was gebaseerd op loyaliteit, ondergeschiktheid, vriendschap, familie, diefstal en grondroof. Alleen de dwazen, die de sluwe leidinggevende dwazen op gepaste wijze wisten te aanbidden, konden meeprofiteren. De rest werd zoet gehouden met een habbekrats. Meestal werden de gewone, domme en naïeve dwazen meegesleept in de intriges van de sluwe dwazen en behoorden zij tot het massa-electoraat.
De naïeve dwazen verdedigden de sluwe dwazen door dik en dun zonder acht te slaan op de realiteit die het tegenovergestelde demonstreerde. De geschoolde dwazen praatten de sluwe dwazen naar de mond: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Achter de schermen werden de sluwe dwazen gedirigeerd door de gelddwazen.
Niet een Ieder is Gelijk voor de Wet
En zo rommelde Dwazenkamp verder. In dit dwazenproces doken ook de diaspora gelddwazen op, die op allerlei manieren probeerden zwart geld wit te wassen. Ondertussen nam de armoede steeds meer toe in diepte en omvang en de rijken werden rijker terwijl hun aantal afnam. Af en toe werden er zelfs religieuze diensten georganiseerd om de hulp van de Almachtige in te roepen, terwijl de boosdoeners de dwazen zelf waren, zowel actief als passief.
De sluwe leidinggevende dwazen schroomden namelijk niet om de werking van wetten en instituten in eigen belang op te schorten en daarna weer toe te passen op anderen; om het parlement te dirigeren; om justitiële instanties, journalisten en advocaten te bedreigen; en om ongestraft vrouwen te molesteren. Het rechtssysteem werd gedreven door ongelijkheid: niet een ieder is gelijk voor de wet en sluwe leidinggevende dwazen staan boven wet en recht.
Het frappante van dit leven in Dwazenkamp was dat de dwazen niet doorhadden dat ze hun authentieke identiteit waren kwijtgeraakt. Ze leden aan zelfvervreemding en ontmenselijking. De sluwe leidinggevende dwazen hadden antisociale 2 persoonlijkheden met megalomanische trekken.
Maar ja, wat verwacht je anders van dwazen. En als een enkeling soms wees op de tekortkomingen, het falen en de verantwoordelijkheden van de dwazen zelf, werd hij/zij voor dwaas uitgemaakt. Wat een dwaze reactie. Op deze dwaze wijze bleven de dwazen in Dwazenkamp in een vicieuze cirkel van dwaasheid dwalen: dwaze mentale slavernij, die ze jaarlijks vierden als ‘Keti Koti.’ Alle dwazen zongen maar begrepen dat lied niet van Bob Marley: “Emancipate yourself from mental slavery, none but ourselves can free our minds.”
Dr. Roy I Bhikharie, PhD
Eerst het Volk, dan de Rest