Tijdens een inceptie-workshop op 10 april 2025 heeft het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) officieel het startsein gegeven voor een duurzaam bestrijdingsproject gericht op twee hardnekkige landbouwplagen.
Het project wordt uitgevoerd met technische en financiële ondersteuning van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), onder de titel “Integrated Pest Management and Biological Control for Sustainable Crop Production”.
Het programma, dat via het Technical Cooperation Programme (TCP/SUR/4002) loopt, heeft een budget van USD 150.000 en beoogt een geïntegreerde aanpak van de Carambola fruitvlieg (Bactrocera carambolae) en de tomaatboorder (Neoleucinodes elegantalis). Beide insecten vormen al jaren een bedreiging voor de fruit- en groenteproductie in Suriname en belemmeren de exportmogelijkheden, met name richting de Europese Unie.
Natuurlijke vijanden als wapen
Om de verspreiding van de Carambola fruitvlieg effectief te beperken, kiest het ministerie voor biologische bestrijding. Hierbij worden zogenaamde parasitoïden – parasitaire insecten die de fruitvlieglarven aanvallen – ingezet als natuurlijke vijanden. Deze worden geïmporteerd uit Hawaï en zullen eerst in het laboratorium van LVV worden vermeerderd en bestudeerd alvorens ze in het veld worden toegepast.
De fruitvlieg, die al sinds de jaren 90 in Suriname voorkomt, tast verschillende fruitsoorten aan en vermindert de kwaliteit van het fruit. In het verleden voerde LVV een succesvol monitoringsprogramma uit, maar door het wegvallen van internationale financiering nam de plaag opnieuw toe. Momenteel is de export van mango’s enkel toegestaan vanuit gecontroleerde gebieden in Nickerie die vrij zijn van de fruitvlieg.
Verhoogde monitoring en technische assistentie
Ook de tomaatboorder, een motsoort die zich in tomaten en boulanger-vruchten nestelt, wordt aangepakt. Sinds de introductie in 2005 veroorzaakt deze plaag aanzienlijke economische schade, mede doordat de interne vruchtbeschadiging vaak pas laat zichtbaar is. De EU heeft meerdere keren besmette zendingen gemeld, wat het risico op handelsbeperkingen vergroot.
Om dit te voorkomen, schakelt LVV de hulp van een FAO-expert in voor het ontwikkelen van een effectievere lokstof. Deze moet de monitoring verbeteren, terwijl tegelijkertijd landbouwers worden ondersteund met kennis en middelen om de plaagdruk in het veld te verminderen.
Stap richting duurzame landbouw
Met de uitvoering van dit project onderstreept Suriname zijn inzet voor duurzame landbouwmethoden. De toepassing van biologische bestrijdingstechnieken draagt bij aan veiligere en milieuvriendelijkere voedselproductie en versterkt de concurrentiepositie van Surinaamse producten op de internationale markt.