Het directoraat Visserij van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) telt landelijk meer dan 20 opnemers die instaan voor het verzamelen van gegevens op de aanlandingssteigers. Op 19, 20 en 21 oktober werden al deze opnemers samengebracht voor een 3-daagse training.
Gedurende de training zijn de opnemers getraind in het toepassen van een nieuwe steekproef methode voor opname in de bevolkingsvisserij. Er is een nieuw opnameformulier geïntroduceerd, welke middels een online applicatie verstuurd kan worden naar het directoraat Visserij, waar alle gegevens worden bewaard in een centrale database. Met de nieuwe methode wordt de komende weken proef gedraaid en zal vanaf 1 januari 2023 volledig in effect treden.
De training werd mede mogelijk gemaakt met financiële ondersteuning vanuit enkele vangst- en verwerkingsbedrijven, die gebundeld zijn in een “Fishery Improvement Program (FIP)” voor de Surinaamse trawl en drijfnet visserij.
De Surinaamse overheid, in deze het directoraat Visserij, wordt geconfronteerd met steeds strengere eisen wat betreft monitoring en rapportage van de visserijsector. Dit legt Dr. Tomas Willems van de afdeling Statistiek en Onderzoek uit: “De Surinaamse visserijsector is zeer sterk afhankelijk van de export van visserijproducten. De exportmarkten, met name de USA en EU, willen informatie omtrent de herkomst, kwaliteit en duurzaamheid van de visproducten. Wij moeten hierop inspelen door op een moderne en efficiënte manier gegevens te verzamelen.”
Hij geeft verder aan dat er ook zogenaamde socio-economische data verzameld moeten worden, “zoals de hoeveelheid verbruikte brandstof en het aantal bemanningsleden. De gegevens dienen om te voldoen aan rapportage vereisten, om zo de export van vis te kunnen blijven garanderen. Bovendien zal een betere data opname ons in staat stellen om de status en gezondheid van de visbestanden beter in kaart te brengen. We rekenen erop dat de sector het belang hiervan inziet, en dat de data opnemers van LVV de volledige medewerking krijgen van vissers, booteigenaren en vergunninghouders bij het opnemen van gegevens aan de verschillende aanlandingssteigers.”