Het Openbaar Ministerie (OM) heeft Mehmet B. aangeklaagd voor deelname aan een criminele organisatie, voorbereidende drugshandelingen en overtreding van zowel de Wet Verdovende Middelen als de Vuurwapenwet.
De buitenlander werd in juni vorig jaar na een tip gearresteerd. In zijn mobiele telefoontoestellen is de politie gestuit op een reeks van chatconversaties, video- en fotomateriaal die erop duiden dat hij drugstransporten aan het regisseren was, onder meer tussen Bogota (Colombia) en Amsterdam (Nederland). Na zijn arrestatie op straat, trof de politie bij het doorzoeken van zijn woning een illegaal vuistvuurwapen aan.
Een politierechercheur, die als getuige was opgeroepen, heeft op een rechtszitting van dinsdag 14 maart 2023 de chatberichten van Mehmet B. voor de rechter geanalyseerd. Volgens een van de plannen die in de chats werd besproken zou er cocaïne worden gesmokkeld in dozen met rozen. Er zo steeds in elke doos een verpakking van 1 kilogram worden weggezet. Zowel in de dozen als in de pakken drugs zouden de verzenders een gps-chip verbergen, zodat de lading op afstand kon worden ‘gevolgd’.
De politieman liet ook de onderschepte foto’s van vermoedelijk voorverpakte cocaïne op scherm zien. De politie beschikt ook over video materiaal van de cargoruimte van een vliegtuig. Volgens de getuige gaat het om een ruimte die niet door iedereen betreden kan worden. De politie sluit niet uit dat de filmpjes zijn gemaakt door douaniers op de luchthaven. De getuige linkt twee contactnummers van Mehmet aan deze ‘insiders’.
De gesprekken tussen Mehmet B. en zijn contacten gingen verder over hoe de smokkelwaar de haven moest worden binnengebracht, hoe de controle te misleiden door gebruik te maken van ‘fictieve namen’ op labels op reiskoffers en de wijze waarop die op de plaats van bestemming zouden worden opgehaald. Ook een cargomanifest werd gedeeld in een chatgroep van Mehmet B. en zijn contacten. Hij zou overigens ook hebben aangehaald dat er ofschoon de 100% controle in Suriname, en toch medewerking werd verwacht. Naast Colombia worden ook andere landen genoemd in de gesprekken over de smokkel. Na analyse van de berichten die over en weer werden verstuurd, heeft de politie vastgesteld dat Mehmet B. opereerde onder de codenaam ‘Basralocus’.
Mr. Raoul Lobo, raadsman van de verdachte, kan zich niet terugvinden in de bevindingen van het OM casu quo de politie. Hij voerde tijdens het getuigenverhoor aan dat er ten onrechte wordt gerept, terwijl er tijdens het onderzoek nergens drug is gevonden. Hij vond het zelfs onvoorstelbaar dat de politie op basis van een foto van een verpakking met overtuiging zegt dat daarin drugs zou zitten. Volgens de raadsman spreekt de strafwet alleen van drugs wanneer die op scheikundige wijze is getest. Volgens de getuige staven de woorden van de verdachte zelf de inhoud. Die zou het namelijk in zijn chat hebben gehad over ‘coke’ en zou hij daarmee niks anders kunnen bedoelen dan cocaïne.
Volgens de advocaat heeft de vervolging (ook de politie) het mis met deze zaak, aangezien de vermeende smokkel zou plaatsvinden vanuit Colombia en Nederland. ‘Daar heeft Suriname niks te maken mee!’, aldus Lobo. Dat er geen drugs is gevonden dat de vermeende smokkel niet vanuit of naar Suriname zou plaatsvinden en dat de verdachte geen Surinamer is, zijn zaken die volgens de advocaten Suriname de jurisdictie ontnemen om de man te vervolgen.
De raadsman trekt de jurisdictie van de Surinaamse autoriteiten in twijfel. Naar zijn mening wordt het verdragenrecht en de beginselen van een goede proces orde geschonden. Hij wees erop dat de verrichtingen van Mehmet B. van zo weinig betekenis zijn dat zelfs Nederland niet om zijn uitlevering heeft gevraagd. Ook nadat de Surinaamse politie informatie over deze zaak met de Nederlandse politie heeft uitgewisseld zou zij geen interesse hebben getoond in het vervolgen van de verdachte. De verdediging heeft ook de rechtmatigheid van het verkregen bewijsmateriaal in twijfel getrokken. Volgens Lobo zou de politie zonder toestemming of een bevel daartoe kasten in de woning hebben doorzocht.
Een verzoek van de verdediging, bestaande uit Lobo en Benito Pick, om de hechtenis van Mehmet B. op te heffen is door kantonrechter Lydia Ravenberg afgewezen. Volgens de vervolging is er niks mis met het vervolgen van de beklaagde, zoals door de verdediging geschetst. Bovendien zijn er ernstige bezwaren om de man op vrije voeten te stellen. De rechter is het eens met het OM dat de ernstige bezwaren om de hechtenis op te schorten overeind staan. In een eerdere fase van het onderzoek had de Rechter-commissaris dit verzoek ook al afgewezen.
De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld naar de zitting van 6 april aanstaande. Dan zal de verdachte worden gehoord. Tot nu toe heeft hij steevast gebruikgemaakt van zijn zwijgrecht. ‘Ik maak gebruik van mijn zwijgrecht’, zei Mehmet B. steeds als de rechter of het OM hem vragen stelde ter verduidelijking van informatie die gaandeweg vrijkwam.