Terwijl hiv-behandelaren waarschuwen voor een ernstig tekort aan levensreddende medicijnen, stelt het ministerie van Volksgezondheid dat er voldoende voorraad is en nieuwe leveringen onderweg zijn.
In reactie op de toenemende zorgen in de samenleving over het tekort aan hiv-remmers, heeft het Ministerie van Volksgezondheid een officiële verklaring uitgebracht. Volgens het ministerie is er bij de Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname (BGVS) een jaarvoorraad beschikbaar voor de grootste groep hiv-patiënten die momenteel onder behandeling is. Deze voorraad wordt op aanvraag geleverd aan apotheken en ziekenhuizen in het hele land.
Verder laat het ministerie weten dat op zaterdag 5 april een aanvullende partij hiv-remmers is aangekomen in Suriname. De distributie van deze partij aan de ziekenhuizen zal volgens planning deze week starten. Ook is vorige week een nieuwe voorraad van combinatietherapieën voor hiv-patiënten aangekocht, met financiering vanuit de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). De levering wordt deze week verwacht, waarna de verspreiding eveneens zal starten.
Het ministerie werkt samen met BGVS en het Nationaal Aids Programma (NAP) aan het vaststellen van indicaties en prioriteiten voor het inzetten van de verschillende hiv-remmers. De overheid benadrukt zich maximaal in te spannen om de distributie van deze essentiële geneesmiddelen efficiënt te laten verlopen.
Hiv-behandelaren luiden noodklok
Ondanks deze geruststellende boodschap vanuit het ministerie, klinken er al maanden verontrustende signalen vanuit het veld. Hiv-behandelaren melden dat Suriname momenteel te maken heeft met het ernstigste tekort aan hiv-remmers in jaren. Ongeveer 1000 patiënten krijgen al wekenlang niet de medicatie die ze nodig hebben, waardoor ze nu zijn aangewezen op alternatieve middelen die oorspronkelijk bedoeld zijn voor kinderen.
Volgens zorgprofessionals is er op dit moment bij BGVS zelfs helemaal geen voorraad meer van hiv-remmers voor kinderen. In een aantal apotheken zijn de voorraden volledig uitgeput, terwijl de rest slechts genoeg heeft om volwassen patiënten nog één tot anderhalve week te behandelen. Daarnaast zijn de drankjes voor pasgeborenen om een hiv-infectie te voorkomen deels vervallen.
Behandelaren maken zich zorgen over de gevolgen: wanneer hiv-medicatie niet goed wordt ingenomen, kan het virus opnieuw actief worden en niet alleen ziekte veroorzaken bij de patiënt zelf, maar ook besmettelijkheid en resistentie tegen de huidige medicatie tot gevolg hebben. Dit kan de volksgezondheid ernstig schaden.
Zorgverleners wijzen erop dat Suriname een van de weinige landen is waar de hiv-epidemie niet verbetert, maar juist verslechtert. Volgens hen ondermijnt het gebrek aan continuïteit in medicatietoevoer het vertrouwen van patiënten in de zorg. De ontkenning van het probleem door het ministerie, onder andere in mediaoptredens en persoonlijke communicatie, wordt door velen in het veld als schadelijk ervaren.
Politieke en maatschappelijke urgentie
De discrepantie tussen de boodschap van het ministerie en de ervaringen van hiv-behandelaren in de praktijk wijst op een urgent probleem dat om snelle en transparante actie vraagt. Naast logistieke oplossingen is ook eerlijke communicatie richting zorgverleners en patiënten van cruciaal belang om verdere escalatie van de hiv-crisis in Suriname te voorkomen.