De 22-jarige Algerow Keenswijk, die slechts wilde helpen, is door zijn goede daad een slachtoffer geworden. “Toen ik hoorde over de roof, heb ik de eigenaar geappt en gezegd dat ik een goede du-mang ken als hij wil achterhalen wie de daders zijn. Dat zou hij hebben doorgegeven aan de politie en werd ik aangemerkt als verdachte”, vertelt Keenswijk zijn verhaal aan Key News.
Afgelopen woensdag is Ramcharan Slijterij aan de Commissaris Weythingweg overvallen door vier ongemaskerde mannen. De mannen hadden geen wapens bij zich, maar bedreigden de werknemers dat ze elk moment op hen zouden schieten als ze niet meewerkten. Er is ongeveer SRD 700.000 buitgemaakt. De rovers sloegen op de vlucht en namen daarbij ook een mobiele telefoon mee waarop de camera van de slijterij was gekoppeld. Deze telefoon werd gevonden door iemand ter hoogte van Natin en is voor verder onderzoek afgegeven aan de politie.
Ten tijde van de overval was Keenswijk, volgens eigen zeggen, niet aan het werk. Een collega zou hem kort na sluitingstijd in de stad hebben afgezet. Vervolgens zag hij een bericht op sociale media dat zijn werkplek was overvallen. “Ik belde mijn collega toen op en vroeg of het waar was. Daarna heb ik de eigenaar een bericht gestuurd dat ik mensen ken fu’ koti wan luku en dat a man kang sjie suma na den rover. Maar dat is nu mijn straf geworden”.
Keenswijk moest zich vrijdag aanmelden op zijn werk, waar hem werd verteld dat er een vergadering zou plaatsvinden. Hij dacht dat hij zou horen over de stand van zaken na de beroving, maar werd opgewacht door de politie. “Ik ben toen opgehaald door vier vrouwelijke politieagenten. Ik ben meegegaan, omdat ik weet dat ik niets heb gedaan. Ik ben geen rover, want ik werk hard voor mijn geld”, zegt Keenswijk.
Tijdens zijn verhoor bleef hij volhouden dat hij niet betrokken was en legde hij uit waar hij was ten tijde van het voorval. “Maar ze geloofden mij niet. Er is doorgegeven dat ik betrokken was bij de roofoverval”. Zijn collega, die hem in de stad had afgezet, werd ook verhoord, maar kreeg volgens Keenswijk een heel andere behandeling.
De politieagente zou, volgens Keenswijk, vrij ruw tegen hem hebben gesproken en hem onheus hebben behandeld. “Ik had dorst en vroeg om water, maar ze hebben me niets gegeven. Ik had het koud in de ruimte en vroeg of ze de airconditioning wat lager konden zetten, maar daar werd ook niet naar geluisterd”. Het verhoor ging gewoon door, maar omdat de politieagente bleef schreeuwen tegen Keenswijk, gaf hij onjuiste informatie door. Uiteindelijk besloot hij dat hij alleen de inspecteur kon vertrouwen en gaf hij de juiste informatie aan hem.
Het doorgeven van verkeerde informatie wijt Keenswijk ook aan zijn culturu-activiteiten. Hij vertelde de politie dat hij zo nu en dan wartaal sprak omdat hij dan ‘niet zichzelf’ was. “Ik ben herstellende en heb net mijn laatste wasi’s achter de rug. Mi go du mi culturu sani. Dus als ik soms sprak, was ik het niet en als ik bijkom, kan ik me niet herinneren wat ik heb gezegd”. Zo zou hij een verkeerd woonadres hebben doorgegeven.
“Ik woonde voorheen aan de Previenlaan, maar dat heb ik doorgegeven. Uiteindelijk zijn ze achter mijn juiste woonadres gekomen en hebben ze mijn huis overhoop gehaald. Mijn laptop is gebroken, mijn huis lag ondersteboven en zelfs mijn vliering hebben ze onderzocht. Maar toen bleek dat ze niets hadden gevonden, hebben ze alles gewoon zo gelaten”.
Na het onderzoek werd hij naar een afgelegen plek gebracht, waar hij aangaf te zijn mishandeld door enkele RBT-mannen. “Gewoon in een achterstraat op een verafgelegen plek. De mannen begonnen me in mijn gezicht te slaan en ik begon zelfs te worstelen met een van de mannen in de auto. Daarna zijn ze allemaal op me afgekomen en begonnen ze me te trappen en te schoppen”.
De schade van zijn afranseling is duidelijk te zien op de foto’s die Keenswijk heeft gedeeld op sociale media. Zijn gezicht is opgezwollen, en hij heeft bloed in zijn ogen. “Mijn knie voelt los aan en het lijkt alsof ik een lichte hersenschudding heb. Ik krijg soms het gevoel alsof er water in mijn hoofd zit. Ik kon niet slapen omdat mijn gezicht zo opgezwollen is en licht doet mijn ogen pijn.”
Keenswijk vertelt dat hij na het tekenen van een proces-verbaal is vrijgelaten. “Ik moest iets tekenen en begreep dat het mijn verklaring was, maar ik heb niet helemaal begrepen wat het was, omdat ik zoveel pijn had en weg wilde heb ik maar getekend en kon toen weg. Ze hebben me daarna ook niet doorverwezen naar een arts of medische hulp”.
Dezelfde vrijdag, toen hij werd opgehaald voor verhoor, werd hij weer vrijgelaten. Keenswijk ging direct naar huis en kon zelf niet naar de EHBO gaan. “Alles deed me pijn. Ik wil naar de dokter gaan, maar dat kan niet, want mijn verzekering is sinds 5 januari vervallen”. Inmiddels is hij niet meer werkzaam bij Ramcharan Slijterij en heeft hij zaterdag zijn geld voor de gewerkte dagen opgehaald. “Ik heb de eigenaar gevraagd of hij nu blij is dat ze mij hebben mishandeld. Hij kon me niets zeggen. Ik heb toen om mijn geld gevraagd en gezegd dat ze me niet meer moeten verwachten”.
Dat hij een trauma heeft overgehouden, is duidelijk. Desondanks zegt Keenswijk dat de politie zijn beste kameraad is, alleen moeten ze hun werk correct doen en geen onschuldige mensen aftuigen. Het is immers de eerste keer dat Keenswijk in aanraking is gekomen met de politie. “Ik ben nu wel voorzichtiger, maar het is eenmaal zo: ik kan de politie niet op een afstand houden”.
Milton Kensmil, woordvoerder van de politie, zegt in een reactie aan Key News dat het niet gebruikelijk is en zeker niet hoort dat politie verdachten mishandelt. De KPS is aan het onderzoeken wat er precies is gebeurd en of er werkelijk sprake was van mishandeling. “We wachten nog op de rapportage van de ressortsinspecteur en zullen dan kijken wat er uit de bus komt”, aldus Kensmil.
In Suriname zijn er helaas verschillende incidenten geweest waarbij verdachten die later onschuldig bleken te zijn, mishandeld werden door leden van de Korps Politie Suriname (KPS). Deze gevallen hebben geleid tot ernstige vragen over politiegeweld, rechtsstatelijkheid en de bescherming van burgerrechten in het land. Hoewel de politie een cruciale rol speelt in het handhaven van de openbare orde en het bestrijden van criminaliteit, zijn er situaties waarin het optreden van de KPS in strijd is geweest met de mensenrechten en de rechtsstaat.
Een van de meest schrijnende aspecten van deze incidenten is dat de mishandelde verdachten achteraf onschuldig bleken te zijn. Dit betekent dat zij niet alleen fysiek en psychisch leed hebben moeten doorstaan, maar ook onterecht werden gestigmatiseerd als criminelen. Dergelijke gevallen hebben een diepgaande impact op het vertrouwen van de samenleving in de politie en het rechtssysteem als geheel.