Het lijkt wel het seizoen van de wet van Murphy (Murphy’s Law): “de dingen die mis kunnen gaan, gaan ook mis (met de toevoeging: op het meest ongunstige moment.)
De NDP lijkt al enige tijd in de greep van de wetten van Edward A. Murphy.” Maandag werd bekend dat een van de NDP’s nieuwste, high-profile aanwinsten, Edward “Tigri Barba” Belfort, is overleden. Hij verloor de strijd tegen ziekte. Het wegvallen van de nummer-50 van de DNA-kandidatenlijst, is het zoveelste ding dat verkeerd kon gaan voor de paarse partij en ook fout ging.
De start van deze pech-reeks begon natuurlijk met het overlijden, baas Desi, hun jarenlange leider. De (onuitgesproken) indruk, die er voor zijn overlijden hing in de gemeenschap – dat Baas Desi in levensbedreigende, slechte gezondheid verkeerde – werd kort voor Owru Yari bevestigd.
Baas was in veel opzichten onvervangbaar. Dat geldt vooral voor de meer dan 30.000 stemmen, die hij trok in 2020. Om dat gat op te vullen, moest een andere populaire stemmentrekker binnengehaald worden, zeg maar Pakkitow.
Maar de veroordeelde activist/oproerkraaier kwam met een risico: de kans op gekke uitspraken en handelingen. En ja, het ging, zoals Murphy’s wet waarschuwt, fout. Bliksemsnel ook. Het ging zo erg fout – Pakkitow zei iets racistisch – dat de NDP, om hun imago te beschermen, hun beoogde nieuwe ster aan de kant moest zetten.
En nu dus het overlijden van Tigri Barba, die in 2020, toen nog voor ABOP, meer dan 7000 stemmen binnenhaalde. Zijn NDP-presentatie, op 22 maart in Ocer, was schokkend en tenenkrommend tegelijk: mag/kan iemand, die zichtbaar in slechte gezondheid verkeert, blootgesteld worden aan de enorme fysieke en mentale vereisten van een verkiezingscampagne? Die vraag stelde ik in mijn stuk, een paar dagen later.
Het antwoord: Edward Belfort werd gezet op plaats 50, een plek boven tante Ingrid, de weduwe van baas Desi. De NDP wilde met Belfort en tante Ingrid eventuele sympathie-stemmers – een bekend verschijnsel bij verkiezingen – trekken. Nu is ook dat plan, voor een deel tenminste, in water gevallen. Maar weet je wat mogelijk het meest zorgwekkende is voor de NDP?: er is, tot en met 25 mei, nog voldoende tijd voor meer dingen om fout te gaan.
Maar niet alleen voor de NDP dreigt de (verdere) werking van Murphy’s Laws. Ook voor de rest van het land en onze gedeelde dromen.
Voor landen als Suriname is het, historisch bekeken, zo ontzettend moeilijk om duurzame ontwikkeling en echte welvaart te realiseren. Er zijn altijd zoveel dingen, aspecten en details, die goed moeten lopen om dat te doen. Dat zijn dus ook zoveel dingen die fout kunnen gaan. Zo veel, dat het bijna onmogelijk lijkt om te ontsnappen aan de werking van Murphy’s law.
Nu kijkt heel Suriname uit naar de inkomsten uit de offshore aardoliewinning, die in 2028 moet starten. Maar als we het doorhebben of niet, onze dromen, maar vooral de planning waar wij aan vasthouden, kan snel in gevaar komen. En er is niets wat wij zelf kunnen doen om dat te voorkomen.
Donald Trump, president van de VS en “premier van de rest van de wereld”, schokte de vorige week de wereldhandel en de daarmee verbonden globale financiële sector, met een reeks keiharde en zelfs gevallen extreem hoge importtarieven. Poti, ook Suriname – met tien procent – werd niet ontzien.
China, de Europese Unie, Canada en anderen sloegen terug met straf-importtarieven op alles Amerikaans en daarmee is de nieuwste handelsoorlog min of meer al een feit. Experts, waaronder directeuren van de grootste banken in de VS, schatten de kans aanzienlijk, dat deze oorlog zal leiden tot een wereldwijde recessie. Een topper spreekt zelfs van 45 procent kans dat de wereld gauw in een recessie beland.
Als er daadwerkelijk een recessie komt, zal dat leiden tot een wereldwijde afname van de productie van veel goederen en producten. Minder productie, betekent minder vraag naar energie, wat uiteindelijk zal leiden tot lagere vraag naar aardolie en ook lagere wereldmarktprijzen voor het zwarte goud.
Mocht het zover komen is er een behoorlijke kans dat energiebedrijven, al is het deels, de start van de productie van nieuwe bronnen gaat uitstellen. In geval van een volwaardige handelsoorlog, moet Suriname er rekening mee houden dat eerste miljoenen offshore aardolie dollars niet in 2028 zullen beginnen binnen te komen, maar later. En juist nu, hè?
Het kan natuurlijk ook dat het tijdens een eventuele recessie juist goedkoper is om te investeren in het productieklaar maken van nieuwe bronnen en dat de plannen worden doorgezet. Het gaat daarbij om de details, het risico dat een aantal dingen goed of juist fout kan gaan. En ja, dan komen we dus weer uit bij de wetten van Murphy.
Wij moeten ook niet onze kansen op de start van de realisatie van onze dromen, zelf ondermijnen met onze eigen acties. Juist in 2025, juist in aanloop naar deze verkiezingen, gaat het zo mis met formaliteiten en andere zaken. Vooral voor de verkiezingen op DR- en RR-niveau ging het zo mis dat sommigen beginnen te spreken van opzet en mogelijke fraude. Surinames goede reputatie komt in het geding.
Personen die niet wisten dat ze als kandidaat op de lijst staan van een of andere politieke partij. En dan weer anderen, die bewust voor meerdere partijen hebben getekend en die uiteindelijk dus van alle lijsten moesten worden verwijderd.
We moeten ervoor waken dat kwaadwilligen dit aangrijpen om onrust te zaaien met en het vertrouwen in de verkiezingsuitslag te ondermijnen. Dat kan problemen en spanningen brengen die kunnen leiden tot uitspattingen, die erger zijn dan alles wat we sinds 1980 meemaakten. En dat gaat investeerders zeker afschrikken.
Wij zien de stip aan de horizon, de kans om eindelijk en voorgoed onze economisch en financiële zorgen achter ons te laten. Maar er is zoveel dat fout kan gaan. Laten we hopen dat het geluk nu echt aan onze zijde is, en dat de dingen die goed kunnen gaan, ook goed gaan.