De jungletraining met de Nederlandse militairen is succesvol verlopen. Dat bevestigt de minister van Defensie Krishna Mathoera.
De Nederlandse militairen hebben ongeveer drie maanden lang met de Surinaamse militairen getraind in het bos. Mathoera zegt tevreden te zijn over hoe de zaken zijn verlopen. Haar ministerie nu bezig met de nodige voorbereiding voor volgend jaar. “We zijn nu druk bezig met de nodige voorbereidingen voor de volgende missie”, merkt de Defensieminister op.
Behalve de Nederlandse militairen zijn er ook Amerikaanse militairen naar Suriname gekomen voor een missie. Eind van de maand is er een training met de Amerikaanse militairen op schema, verklapt Mathoera. “Maar volgend jaar verwachten we ook een aparte training met de Amerikanen. Dus we hebben dan een jungletraining met de Nederlanders maar ook met de Amerikanen.”
Bij de laatste jungletrainingen van dit jaar hebben ook Amerikaanse militairen meegedaan, echter gaan zij volgend jaar nu ook apart trainen. Ongeveer 300 Nederlandse militairen zijn geweest om mee te doen aan de training in Suriname. Het zijn voornamelijk militairen van het Marine Korps en enkele militairen van de Luchtmobiele brigade.
De militairen leren tijdens deze training te overleven in harde en zware condities. Behalve dat onze bossen heet zijn, hebben ze ook andere gevaren die er schuilen. Dit jaar hebben de Nederlandse militairen, naast de trainingen, ook kunnen trainen met drones in de jungle. De militairen hebben getest of en hoe de onbemande vliegtuigen in dit soort omgevingen een bijdrage kunnen leveren.
Mathoera verzekert ook dat er goed overleg zal plaatsvinden met de lokale gemeenschappen in en rondom het trainingsgebied van Defensie waar de jungletrainingen plaatsvinden. De minister zegt dat er na overleg met de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) er nu rechtstreeks wordt gecommuniceerd met hen.
“Voorheen ging de communicatie via het ministerie van Regionale Ontwikkeling, maar de VIDS heeft aangegeven dat de communicatie nu rechtstreeks kan plaatsvinden.” Ook de lokale gemeenschappen krijgen de mogelijkheid om diensten en producten te verkopen tijdens de training, zodat zij ook kunnen verdienen aan de activiteiten in en rondom hun woon- en leefgebied.