Het moment is eindelijk aangebroken. De Nederlandse koning Willem-Alexander heeft zaterdag 1 juli in het Oosterpark in Nederland, in eigen persoon namens de Nederlandse regering, zijn excuses aangeboden voor slavernij en slavenhandel.
De koning heeft uit meerdere gesprekken gehaald met de eilanden en andere oud-koloniën van Nederland, dat de slavernij nog steeds leeft bij de nabestaanden. “We dragen de gruwelijkheden van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn nog altijd voelbaar in onze samenleving. Ik vraag u hier om vergiffenis”, zo bood de koning zijn excuses aan tijdens de jaarlijkse Nationale Herdenking Slavernijverleden. Zijn woorden zijn met applaus ontvangen. De koning zegt verder dat niet iedereen zich terug zal kunnen vinden in de woorden en dat er zo lang na de slavernij excuses worden aangeboden. “Toch wil ik eenieder vragen om zijn hart open te doen.”
De koning gaf in zijn toespraak aan dat er een onafhankelijk onderzoek zal komen en duidelijk moet worden wat de rol van het Huis van Oranje-Nassau was in de slavernij. Hij vroeg ook vergiffenis voor het gebrek van handelen tegen de slavernij door het Huis van Oranje. De Nederlandse koning zegt verder dat nazaten en mensen, waar dan ook, zich opgenomen voelen en ook gehoord voelen met de herdenking van het slavernijverleden. “Laten we na de excuses samenwerken aan healing en herstel, zodat we allemaal eindelijk trots op kunnen zijn met wat we delen. Zodat we kunnen zeggen: ten kon draai, den keti koti brada sisa, ten kon draai, den keti koti fu tru”.
De Ninsee voorzitter, Linda Nooitmeer, zegt dat in de afgelopen jaren er veel is bereikt. Desondanks is er nog veel werk die verricht moeten worden. Nooitmeer zegt dat er tijdens de herdenking van tien jaar geleden het niet duidelijk was of de nationale herdenking zou plaatsvinden. “Na een doorstart en inspanningen van de Ninsee versturen, liggen de kaarten anders en staan we op een punt dat geen van ons voorzien had. Er is veel bereikt”, zegt Nooitmeer. Waar aan nog gewerkt moet worden is dat ene significant deel van Europees Nederland, de erkenning van dit deel van de Nederlandse geschiedenis nog geen draagvlak heeft gegeven. “We constateren ook dat wij in Nederland nog een flink aantal Slavernij monumenten missen. Dit terwijl er wel consensus is over het feit dat de trans-Atlantische Slavernij en slavenhandel een misdaad is tegen de menselijkheid”, aldus Nooitmeer.
Naast de Nederlandse premier Mark Rutte boden eerder anderen steden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, excuses aan voor het slavernijverleden. Ook de bank ABN-AMRO heeft zijn excuses aangeboden voor hun rol binnen de slavenhandel. Onder begeleiding van Ronald Snijders zijn er kransen gelegd bij het monument.