Na uitgebreid overleg en juridische toetsing heeft president Chandrikapersad Santokhi besloten dat het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW) op 1 mei 2025 in werking treedt. Belangrijke beroepsgroepen binnen de rechtspraktijk steunen deze stap.
De regering van Suriname heeft, na een periode van diepgaande consultaties, definitief besloten om het nieuwe Burgerlijk Wetboek per 1 mei 2025 van kracht te laten zijn. President Santokhi maakte dit bekend op basis van aanbevelingen van de Begeleidingscommissie Nieuw BW en andere vooraanstaande juridische instellingen in het land.
Een belangrijke aanleiding voor het besluit was het vonnis van de Kortgedingrechter, die op 30 april 2025 de Federatie van Plantagehouders Para niet-ontvankelijk verklaarde in haar verzoek tot uitstel van de invoering. Tegelijkertijd werd het besluit ondersteund door een reeks adviezen van juridische beroepsorganisaties, waaronder het Hof van Justitie, de Surinaamse Orde van Advocaten, de Surinaamse Notariële Beroepsorganisatie en wetenschappelijke instellingen zoals de Anton de Kom Universiteit en MI-GLISS.
Deze instanties zien geen juridische bezwaren tegen de inwerkingtreding op de geplande datum. De Begeleidingscommissie had eerder geadviseerd om de invoering uit te stellen van 1 januari naar 1 mei 2025, een advies dat door de regering werd overgenomen.
Hoewel er vanuit onder meer de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven verzoeken tot uitstel waren ingediend, werd bij de besluitvorming vooral waarde gehecht aan de stabiliteit en voorspelbaarheid binnen de rechtsorde. De president heeft benadrukt dat de invoering van het nieuwe wetboek noodzakelijk is voor de modernisering van het Surinaamse rechtssysteem.
De Begeleidingscommissie heeft zich bereid verklaard om tijdens en na de implementatie ondersteuning te bieden bij uitdagingen waar beroepsgroepen tegenaan kunnen lopen. Zij roept onder meer de VSB en de Vereniging van Medici op om hun zorgen via overleg met het Hof van Justitie te delen, zodat passende ondersteuning geboden kan worden.
Tot slot wijst de commissie erop dat het bijscholingstraject voor juridische professionals een continu proces is. Een snelle invoering van het nieuwe wetboek versnelt dit leertraject en draagt bij aan een betere rechtspraktijk in Suriname.