De tweede Expertmeeting van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft op donderdag 27 november 2025 deskundigen, beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en culturele vertegenwoordigers uit Suriname en Nederland samengebracht.
Centraal stond de doorwerking van slavernij en kolonialisme en de vraag hoe Surinamers aan beide kanten van de oceaan samen kunnen bouwen aan herstel, rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Volgens het NiNsee krijgt het gesprek extra lading in het jaar waarin Suriname 50 jaar staatkundige onafhankelijkheid markeert. Die mijlpaal is volgens het instituut geen eindpunt, maar juist een nieuw hoofdstuk in de nationale dialoog over het gedeelde verleden en het opbouwen van toekomstig vertrouwen.
Het NiNsee stelt dat de erfenis van het koloniale systeem en de trans-Atlantische slavernij nog altijd zichtbaar is in hedendaagse ongelijkheid, maatschappelijke kwetsbaarheid en ervaren ongelijkwaardigheid, zowel in Suriname als binnen de diaspora in Nederland.
De bijeenkomst stond in het teken van het thema: “Van geboeid verleden naar een vrije Republiek – Gedeeld Verleden, Gelijke Kansen voor Herstel” In de sessies werd benadrukt dat herstel verder reikt dan herdenking alleen. Het vraagt volgens het NiNsee om een voortdurende dialoog én om maatschappelijke en educatieve structuren die bijdragen aan heling, bewustwording en verbinding.
Minister Dirk Currie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) opende de Expertmeeting en legde de nadruk op de verantwoordelijkheid die gepaard gaat met erkenning. “Het slavernijverleden heeft diepe sporen nagelaten in de structuren van onze samenleving en in ons collectief bewustzijn. Toch ligt in dat verleden ook de kiem van onze kracht: de veerkracht van onze voorouders,” zei hij. Currie benadrukte dat erkenning geen doel op zich is, maar een noodzakelijk vertrekpunt voor heling.
De bewindsman wees daarnaast op de rol van onderwijs bij het verwerken van het verleden en het versterken van identiteit. “Onze kinderen moeten leren over de moed van de tot slaaf gemaakten, over de kracht van onze inheemse volkeren en over de rijkdom van ons culturele erfgoed. Wanneer jongeren zichzelf herkennen in deze verhalen, worden zij burgers die stevig staan in hun identiteit en die respectvol omgaan met elkaar,” stelde Currie. Volgens hem moet burgerschapsonderwijs worden versterkt om jongeren beter richting te geven in wat het betekent om Surinamer te zijn en welke gedeelde waarden en verantwoordelijkheden daarbij horen.
Currie benadrukte ook dat herstel niet uitsluitend gaat over materiële compensatie. “Herstel gaat over het herstellen van relaties, vertrouwen en rechtvaardigheid. Het vraagt om nieuwe structuren waarin niemand wordt vastgehouden door uitsluiting, vooroordelen of onrecht”, aldus de minister. Hij riep op tot samenwerking tussen gemeenschappen, generaties en landen om tot daadwerkelijke verandering te komen.
Het NiNsee noemt de tweede Expertmeeting een belangrijke stap in een breder traject waarin Surinamers uit verschillende lagen van de samenleving worden betrokken bij de dialoog over geschiedenis en toekomst. Met deze bijeenkomst bevestigt het instituut naar eigen zeggen zijn inzet voor bewustwording, verbinding en gelijkwaardigheid, als bouwstenen voor een Suriname dat werkelijk vrij is in hart, geest en kansen.














