Het Openbaar Ministerie (OM) heeft eind november op eigen initiatief vrijspraak gevorderd voor een illegale buitenlander, Robert W., die al enkele maanden in voorarrest zit op verdenking van overtreding van de Wet Verdovende Middelen.
De vervolging kan het noodzakelijk scheikundig rapport niet overleggen om de rechter te overtuigen dat de door de politie in beslag genomen substantie daadwerkelijk cocaïne is. De rechter zal op de zitting van op 13 december een beslissing nemen.
De Engels sprekende vreemdeling was enkele maanden geleden onderwerp van politie onderzoek toen hij de agenten naar zijn logeeradres leidde. Bij het doorzoeken van zijn kamer trof de politie in zijn klerenkast 920 gram cocaïne aan in een zak. Hij heeft het bezit van de drugs niet ontkend. Hij verklaarde naderhand bij de politie dat hij verbaasd was dat hij bijna een kilogram drugs in Suriname kon kopen voor US$2000. Robert W. beweerde dat hij de drugs voor eigen gebruik had gekocht en dat hij niet betrokken was bij drugshandel of -smokkel.
De snelle test van de politie geeft voldoende gronden om iemand vast te houden, maar blijkt niet toereikend te zijn voor het wettig en overtuigend bewijs waarop het OM moet steunen. Het ontbreken van het scheikundig rapport leidt tot frustratie bij verdachten en hun raadslieden. De behandeling van veel van die zaken duren volgens de verdediging onnodig lang omdat het OM steeds vraagt om uitstel in de hoop dat de rapporten alsnog worden aangeleverd.
Tijdens verschillende zaken is herhaaldelijk naar voren gebracht dat er sprake is van een tekort aan reagens in het laboratorium, waardoor de nodige drugsonderzoeken niet kunnen worden uitgevoerd. Een Officier van Justitie informeerde partijen onlangs tijdens een zitting dat de staat een bestelling in het buitenland heeft voltooid en dat er nu alleen nog wordt gewacht op de levering.
Advocaat Irvin Kanhai heeft een paar gewezen op dit probleem, zowel in de zaak van Robert W. als in andere zaken, waarin hij de belangen van verdachten behartigt. Hij heeft benadrukt dat het de verantwoordelijkheid is van de staat, met name het OM, om het bewijs gereed te hebben wanneer iemand wordt gedagvaard. De raadsman vindt het onacceptabel dat verdachten hun vrijheid wordt ontnomen, mede vanwege nalatigheid van de staat en roept op tot consequenties vanuit de rechterlijke macht. De rechter zal later deze maand een besluit nemen over het lot van Robert W.