De ‘grote vakantie’ is ten einde. Ik wens de heren en dames leerkrachten alvast het allerbeste toe in het nieuwe schooljaar. Er staat hun een berg aan uitdagingen te wachten en toch moeten zij onze kinderen met kunst- en vliegwerk begeleiden in het systeem dat van alle kanten een heleboel scheuren vertoont.
Vriend en vijand moeten het met mij eens zijn dat ons onderwijspeil de afgelopen decennia keihard aan het afglijden is. Ja, het onderwijssysteem is sterk aan hervorming en verbetering toe, maar dat doe je niet door bij de basis een zogenaamde ‘doorstroming’ te hanteren.
Dat ‘niemand-mag-achterblijven’ argument is een hele zwakke. Wanneer een kind aan het prille begin de basiselementen niet onder de knie heeft, zal het in diens verdere loopbaan het relatief ook moeilijk krijgen. Nu al hebben wij een bevolking die qua intellect heel laag scoort en dat is in alle geledingen te merken. Wanneer wij als land heel weinig geld pompen in ons onderwijs, zullen wij altijd een achterstand hebben op de grotere landen én ook op de landen in de regio. Het basisonderwijs is zeer gevoelig en moet met tact, kennis en kunde worden benaderd. Er moet geen ruimte geboden worden om te ‘experimenteren’, zonder een integrale aanpak.
Op bepaalde scholen in het buitenland bestaat de schoolleiding uit onder andere een kinderpsycholoog, een zorgcoördinator, een maatschappelijk werker, een logopedist en eventueel een geestelijke. Hier in ons mooi landje wilt men al de taken van bovengenoemde professionals in één verzameling brengen en die dumpen op de schouders van de gemiddelde leerkracht. Zo van: “luku san yu man du, yere…kijk of je onze kinderen verder kan begeleiden…en durf je mond niet te openen! Gewoon doen wat IK zeg! Begrepen?!”
Laatst sprak ik met een leerkracht, die een namenlijst kreeg van ongeveer 38 kinderen die onder haar vleugels komen voor dit nieuw schooljaar. Heel verontwaardigd vertelde zij dat van de 38 er slechts vier waren die volgens de oude norm de figuurlijke eindstreep hebben gehaald. Er zijn zelfs leerlingen bij die over de gehele linie super slecht gescoord hebben. Die gaan dus gezellig mee, zonder de stof te hebben begrepen, naar de ‘hogere klassen’.
Als je ‘t mij vraagt, zal dit systeem averechts werken en niet het beoogde doel bereiken, omdat nu reeds bepaalde leerlingen er met de pet naar gooien. Wat men in ons onderwijs zou moeten doen, is het onderwijs levendig en aantrekkelijk maken, aangepast aan de tijd waarin wij leven. Ons onderwijs moet veel hebben van het aanschouwelijke en het praktische. Het lezen, in welke vorm dan ook, moet sterk aanbevolen en gestimuleerd worden. Dit, omdat het een stimulans is voor de algemene ontwikkeling, maar ook om die hersenen te trainen.
Maar, goed…wat weet ik? Soms moet je op de tribune plaatsnemen, stil blijven en kijken hoe er zich een ramp zal voltrekken.
Precies zoals het in de arena van het koersenfront aan toe gaat. Van een VP die mondeling de koers van de USD zou laten droppen, tot de veroorzakers van de huidige economische ramp, die zitten aan te dringen op ‘hun’ aan flarden geschoten valutawet, tot een Oranjeleider die het retentieregelingsliedje on repeat heeft gezet. Tot de bankiersvereniging en de cambiohouders die ook een pijpje meeroken in het geheel. Een hele chaos lijkt het te worden, maar niemand die concreet met plannen op tafel komt over hoe wij de productie in het land effectief en acuut kunnen verviervoudigen. En dat terwijl de wisselkoersen iedere dag langzaam aan het stijgen zijn en de prijzen van goederen en diensten Keti Koti vieren!
Ja, zodra regering op regering op regering het huwelijksbed met de importhandel deelt, zal de lokale productie altijd die buitenvrouwpositie blijven hebben. Vele grote importeurs zijn immers degenen die partijkassen helpen spekken en in ruil daarvoor een lange rode loper uitgerold krijgen om te doen wat hun hartje wenst.
Surinamers, een mooi begin-van-het-laatste-kwartaal wens ik u toe.