In de complexiteit van onze snel evoluerende maatschappij, rijst de kritische vraag over de bescherming van kinderen als de meest kwetsbaren. In het streven naar moderniteit en vooruitgang, moeten we ons bewust zijn van de impact van seksualisering, genderagenda en de ethische nuances rond abortus op de onbevangenheid van de volgende generatie. De sluipende invasie van seksualisering in alle facetten van onze cultuur legt een subtiele, maar indringende druk op kinderen. Terwijl we strijden voor vrijheid van meningsuiting, moeten we ons afvragen of deze vrijheid een prijs heeft, met name in termen van de onschuld van onze jeugd. Recent heeft de ambassadeur van Suriname bij de Europese Unie (EU), Gilbert van Lierop, zijn handtekening geplaatst onder de Samoa-overeenkomst tussen de EU en de ACP-staten waar Suriname deel van uitmaakt.
De overeenkomst legt een zware nadruk op specifiek linkse sociale en economische prioriteiten, waarbij economische steun van de EU lijkt te worden gekoppeld aan controversiële thema’s zoals ‘uitgebreide seksuele voorlichting’, abortus, en de bevordering van homoseksuele en transseksuele agenda’s. Opmerkelijk is de actieve betrokkenheid van de wereldwijde abortusgroepering International Planned Parenthood Federation (IPPF), waarvan de Nederlandse tak Rutgers, die sinds 2019 intensief heeft gelobbyd om deze omstreden sociale beleidsaspecten in de nieuwe overeenkomst te integreren. Dit roept vragen op over de neutraliteit en onpartijdigheid van de overeenkomst, en brengt de zorg naar voren of economische steun van de EU wellicht wordt gebruikt als hefboom voor de bevordering van specifieke ideologische doelstellingen. We moeten waken voor het overweldigen van jonge geesten met complexe genderagenda’s. Het risico op identiteitsverwarring en de uitdagingen van het voldoen aan opgelegde verwachtingen kunnen een tol eisen van het welzijn van onze kinderen.
Een simpele handtekening van een ambassadeur met penneninkt kan een totale samenleving ontwrichten. Wij moeten niet simpel en naïef over het onderwerp gaan. Met blijdschap heb ik op Starnieuws mogen lezen dat de Volle Evangelie en Pinkster Gemeenten en Bedieningen Suriname (VVEPS) en het Netwerk Christen Professionals (NCP) een brief hebben geschreven aan president Chan Santokhi om de ondertekening van het verdrag terstond in te trekken. De overeenkomst is een instrument van de nieuwe wereldorde. Ze hebben deze handels- en economische overeenkomst op bedrieglijke wijze veranderd in een verdrag van seksueel social engineering, waarbij ze de macht van het verdragsrecht inzetten om de afwijkende seksuele en sociale waarden van de EU aan de ACP-landen op te leggen. Een ideologische en morele rekolonisatie.
“Mensenrechten” als “seksuele en reproductieve gezondheid en reproductieve rechten” (SRGR) worden als essentieel voor het akkoord aangemerkt, inclusief de interpretatie ervan door Europese landen. De overeenkomst bevat een 20-jarige monitoring van internationale verplichtingen op het gebied van SRGR, die alle landen opdraagt om “wetten en regels die seksuele en reproductieve rechten strafbaar stellen of anderszins schenden in overeenstemming te brengen met sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling”, onder meer door kinderen de omstreden “uitgebreide seksuele voorlichting” van de WHO te geven en homoseksuele relaties, prostitutie en abortus te legaliseren. Het debat over abortus raakt de kern van ethiek en moraliteit. Ongeacht ons individueel standpunt, is het noodzakelijk om kinderen te beschermen tegen voortijdige confrontatie met dergelijke gewichtige maatschappelijke vraagstukken. Hun onbezorgde jeugd mag niet opgeofferd worden aan volwassen debatten. Kinderen zijn de belichaming van onschuld, en het is onze verantwoordelijkheid om deze onbevangenheid te beschermen. Overmatige blootstelling aan de complexiteit van volwassen thema’s kan resulteren in een verlies van kostbare onschuld, waardoor de kindertijd wordt overschaduwd door onnodige complexiteit.
Ik ben het volkomen eens met het beroep van de VVEPS aan de regeringsleider: “Wij doen derhalve op u nadrukkelijk het beroep om met onmiddellijke ingang onze deelname als natie aan deze overeenkomst in te trekken en slechts weder toe te treden indien de bepalingen in de overeenkomst dusdanig zijn dat zij niet indruisen tegen ons recht van zelfbeschikking en geen ondermijning vormen voor het moreel fundament van onze samenleving en onze gezinnen. Door dit te doen zullen wij ons scharen in de rij van vele Afrikaanse, Pacifische en ook Caraïbische landen, waaronder Grenada, die geweigerd hebben deze overeenkomst te tekenen, omdat het ingaat tegen hun waarden, normen en tradities.”
Het debat over de bescherming van kinderen mag niet worden gereduceerd tot een strijd tussen moderniteit en traditionele waarden. Het roept eerder op tot een harmonieus evenwicht waarin we de vooruitgang omarmen zonder de essentiële waarden te verwaarlozen die het fundament van onze samenleving vormen. In deze overdenking is de bescherming van kinderen tegen seksualisering, genderagenda en abortusagenda geen terugkeer naar conservatisme, maar eerder een roep om verantwoordelijkheid. Het is een uitnodiging om zorgvuldig na te denken over de erfenis die we voor hen creëren, waarbij we evenwicht vinden tussen moderniteit en tijdloze waarden die onze samenleving definiëren.