Fans van Natio en zelfs niet-traditionele voetbalconsumenten, maken zich op om Natio moreel te ondersteunen bij het aanstaande, grote werk: twee 2026 WK-kwalificatiewedstrijden tegen Panama en El Slavador. En op het moment dat alle fysieken en mentale krachten nodig zijn om een goed resultaat te behalen, doet bondscoach Stanley Menzo uitspraken die, onder de streep, veel weg hebben van een psychologische tackle, op kniehoogte, van achteren, op de eigen troepen.
Het schema liegt er niet om, Natio moet meteen vol aan de bak, in Groep A, met daarin Panama, El Salvador, Suriname en Guatemala. Donderdag, 4 september, is de nationale ploeg van Panama, op papier een stuk sterker en ontwikkelder dan Natio, de tegenstander in het dr. Ir. Franklin Essed Stadion.
Vier dagen later, maandag 8 september, moet Suriname in San Salvador, aantreden tegen tegenstander nummer twee, El Slavador. Dat Natio in juni nog dominant speelde, in de uitwedstrijd tegen El Slavador (1-1,) moet wel voldoende zelfvertrouwen geven dat we in de ontmoeting van dinsdag, de drie punten kunnen pakken.
En terwijl onze internationals, geleid door de technische staf een manier moeten bedenken om donderdag tegen Panama boven zichzelf uit te stijgen en te winnen, doet hoofdcoach Menzo uitspraken, waar menigeen vreemd van opkijkt.
Maandag, tijdens de gebruikelijke persconferentie, voorafgaand aan internationale verplichtingen, zegt Menzo dat wij, de fans en de spelers, niet moeten denken dat we zomaar gaan winnen van Panama. Menzo gaat zelfs een stuk verder door te stellen dat hij een gelijkspel als succes zal beschouwen.
Underdog
Op papier krijgt Panama de meeste kans om als winnaar van het veld te stappen: Panama is de nummer twee op Concacaf ranglijst, Suriname de nummer twaalf. Wanneer een land als Suriname staat voor een dergelijke klus wordt psychologie extra waardevol.
Op het eerste gezicht zouden de uitspraken van Menzo geïnterpreteerd kunnen worden als een bewuste poging van de hoofdcoach om te stappen in de rol van de underdog, om op die manier alvast potentieel verlammende prestatiedruk, op individuele spelers en de groep, weg te nemen. Dit gebeurt elke dag, overal in de grote sportwereld. Het is een heel vaak gebruikt, psychologisch foefje.
Maar als Menzo bewust het foefje van de underdog probeert toe te passen, ontbreken er wel een paar belangrijke ingrediënten, waarvan hij behoort te weten dat die altijd erbij horen.
Wat steevast gepaard gaat met de rol van underdog, is het aanspreken van verborgen krachten, bij de spelers en vooral het publiek, temeer wanneer het gaat om een thuisduel. Wanneer coaches de underdog positie kiezen, onderstrepen ze altijd ook het feit, de strohalm, dat hun eigen selectie niet, nooit, kansloos is en dat die kans, hoe klein ook, met alles was ter beschikking is, aangegrepen en uitgebuit moet worden om als winnaar van het veld te stappen. Het David VS Goliath scenario.
In de underdogrol wordt de bijdrage van vooral de fans extra waardevol. Die krijgen de taak om met vuur en passie, hun “helden” te slepen naar een mentale toestand, waar eventuele verborgen krachten kunnen loskomen. Want wanneer dat gebeurd, kan zelfs de sterkste tegenstander verslagen worden.
Menzo heeft op de persconferentie verzuimd om te proberen op overtuigende, meeslepende wijze en toon de verbinding te maken met het publiek.
Menzo’s boodschap – dat we niet moeten denken dat we zomaar gaan winnen van Panama – is dan geen psychologisch foefje. Wat overblijft is niet veel meer dan een ontnuchterende vingerwijzing: “wij in Suriname dienen onze plaats te kennen en accepteren” en moeten onze verwachtingen maar dienovereenkomstig bijstellen.
Als je mikt op een overwinning, tegen een op papier sterkere tegenstander, kun je met een gelijkspel eindigen.
Mik op een gelijkspel en je maakt de kans op verlies aanzienlijk groter dan de mogelijkheid van een, een remis.
Het onmogelijke
De essentie van sport is eigenlijk bizar en contra-intuïtief. Bij sporters en atleten, amateur en profs, draait het altijd om het “absurde” geloof en vertrouwen dat doelen, die worden gezien als onmogelijk en onbereikbaar, met training, toewijding en passie toch gerealiseerd kunnen worden. Dat maakt sport zo populair, aantrekkelijk en uniek.
Sporters richten hun denken en gedachten helemaal op hetgeen als onmogelijk geacht wordt en trainen daarbij hun lichaam met “krankzinnige toewijding om, wanneer het een-op-de-honderdduizend-moment zich aandient, de prestatie te leveren, die bijna iedereen – misschien ook de sporter zelf – voor onmogelijk hield. En als zo een kleine kans op, waarheid wordt, laat het zelfs wildvreemde “getuigen”, op duizenden kilometers afstand, geloven in hun eigen dromen.
Als je de notie wegneemt uit topsport, dat het onmogelijke is mogelijk, dat het vastklampen aan de kleine, onwaarschijnlijke kans, de moeite van het lijden waard is, houd je over: intensieve, maar wel doodgewone lichaamsbeweging. Daarom is er niets, binnen de mensheid, dat te vergelijken is met de sportwereld.
Menzo behoort dat te weten. Daarom mag kan bewust kiezen underdog rol nooit losgekoppeld worden van een duidelijke oproep aan fans om te geloven in hetgeen als bijna onmogelijk wordt gezien. Zoals Menzo zijn boodschap bracht, komt het min of meer neer op psychologische zelfsabotage, jezelf gewonnen geven, al voor het grote moment is gearriveerd. Het wordt dan jezelf een nederlaag aanpraten, lang voordat de wedstrijd is begonnen.
Weer
Wat de ongenuanceerde underdog-uitspraken van Menzo extra opvallend maken, is dat het niet de eerste keer zou zijn dat hij als coach van Natio aan vermoedelijke zelfsabotage doet. Een van de hardnekkige verschijnselen van potentiële zelfsabotage door Menzo, is het oproepen van en voorkeur geven aan Djevencio van der Kust, een speler die het team kwetsbaar maakt en tegenstanders in een voordeelpositie plaatst.
Op basis van zijn ondermaatse performance bij zijn clubs – dat geldt voor het vorige en huidige seizoen – en zijn bewezen mentale kwetsbaarheid, mocht van der Kust al heel lang geen deel meer uitmaken van de nationale selectie van Suriname. Sterker nog, op basis van de meest recente beoordelingen, in de eerste vier wedstrijden van zijn club Heracles in de Nederlandse Eredivisie, mocht van der Kust absoluut niet beloond worden met een plek in de WK-kwalificatie voorselectie en al helemaal niet in de eindselectie.
Maar Menzo heeft van der Kust toch oproepen. Eerder gaf Menzo hem ook nog de voorkeur boven spelers als Emmanuel Pherai, die wel kracht, snelheid, lef en creativiteit toevoegen en de ploeg beter maken.
Van der Kust is een bewezen kwetsbaarheid, die om een of andere ondoorgrondelijke reden, in de selectie van Suriname gehouden wordt. Menzo is daar verantwoordelijk voor.
Nu Ridgeciano Haps, bij Suriname de eerste keus voor de linksbackpositie, vanwege een blessure ontbreekt, zijn er twee opties over: van der Kust en Yannick Leliendal. Leliendal’s prestaties, in de eerste vier Eredivisie-wedstrijden bij zijn club Volendam, zijn als het verschil van dag en nacht, in vergelijking met van der Kust.
Heracles, de club Van der Kust, verloor alle vier de competitiewedstrijden, tot nu toe, scoorde slechts eenmaal, waarbij de verdedigingslinie, waar van der Kust dus deel van is, veertien tegendoelpunten incasseerde. Van der Kust kreeg over die vier ontmoetingen een gemiddelde beoordeling van 2.3, van de maximale vijf sterren.
Leliendal’s club, het gepromoveerde Volendam, speelde al zijn vier duels tot nu toe gelijk, waarbij Leliendal een gemiddelde beoordeling kreeg van 3.2 sterren van de maximale vijf. Hij speelde, in tegenstelling tot van der Kust, elke minuut van elke wedstrijd en had een onmiskenbaar aandeel in wat nu al wordt beschouwd als een behoorlijk succesvolle start van zijn club, aan het nieuwe seizoen.
Nu is het de vraag of Menzo op de linksback weer kiest van der Kust, die met zijn onophoudelijke nervositeit en overall falen een last is voor zijn medespelers – die stoorden zich in eerdere duels zichtbaar aan zijn aanwezigheid – boven Leliendal, die altijd komt met kracht, snelheid, lef en zelfvertrouwen, naast potentiële doelpunten en assists.
Een ongeschreven gebod van de voetbalgoden is dat de coach, in belangrijke wedstrijden, zoals die van Natio tegen Panama, ongeacht de omstandigheden, altijd moet aantreden met zijn sterkst mogelijke selectie, met de beste spelers, die bij hun clubs het best hebben gepresteerd. Kiezen voor spelers, van wie meermaals bewezen is dat ze de klus niet aankunnen, is een hoofdzonde, zonder kans op vergeving.
Als van der Kust van Menzo weer de voorkeur krijgt – of überhaupt weer speeltijd krijgt – is er maar een logische verklaring: Menzo is dan onmogelijk bezig met Suriname op weg te helpen naar de eerste kwalificatie voor een WK ooit.
Dan is Menzo bezig met structurele zelfsabotage. En zelfsabotage is, precies als het underdog-foefje, een bekend verschijnsel in de sportwereld. Uit research blijkt dat het opstellen van spelers die duidelijk het team verzwakken of kwetsbaar maken, meestal duidt op matchfixing.
Ten voordele van gokkers? Lijkt niet. De wereldwijde systemen zouden het al opgepikt hebben.
Ten behoeve van wie dan wel?