OPTSU, waarin de samenwerkende partijen PALU, Wi Sranan, SDU, PVRS en DNW zich hebben gebundeld, heeft bij het Openbaar Ministerie een strafklacht ingediend tegen president Chan Santokhi en de ministers Parmanand Sewdien (LVV) en Riad Nurmohamed (OW). De aanklacht betreft vermeende onregelmatigheden bij de gunning van een miljoenenproject in Nickerie.
Tijdens een persconferentie donderdagmorgen maakte OPTSU bekend dat het de hoogste regeringsfunctionarissen strafrechtelijk wil laten vervolgen. De aanleiding vormt de gunning van het project “Rehabilitatie South Drain–Apoera” aan het bedrijf Shiwan Tushan Suriname N.V. De organisatie stelt dat hierbij ernstige aanbestedingsregels zijn overtreden en dat het traject onder verdachte omstandigheden is overgeheveld van het ministerie van Openbare Werken naar het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij.
Volgens OPTSU werd het eerder betrokken aannemingsbedrijf Baitali N.V. op onrechtmatige wijze uitgesloten. Het bedrijf diende op 7 maart een bod in van ongeveer 9 miljoen Amerikaanse dollar voor werkzaamheden in Sipaliwini, maar kreeg volgens OPTSU geen toegang tot het bestek. De verplichte bekendmaking in het officiële Advertentieblad bleef uit en wettelijke termijnen werden overschreden.
De uiteindelijke gunning, met een prijskaartje van 44 miljoen dollar – ruim 30 miljoen meer dan de oorspronkelijke inschatting – werd formeel bekrachtigd door president Santokhi. De bijbehorende betalingen zijn vastgelegd voor de jaren 2026 tot en met 2029, jaren waarvoor nog geen goedgekeurde begroting bestaat. “Een dergelijke toezegging zonder parlementaire goedkeuring is bestuurlijk en juridisch uiterst problematisch”, stelt advocaat Irvin Kanhai, die OPTSU juridisch bijstaat.
Kanhai stelt dat de verschuiving van het projectdossier tussen ministeries een bewuste poging was om de geldende aanbestedingsregels te ontwijken. “De wet stelt heldere eisen aan transparantie en procedure. Die zijn hier genegeerd”. Hij wijst op artikel 13 van de Anti-Corruptiewet, dat strafvervolging mogelijk maakt bij handelen buiten vastgestelde procedures.
De civiele rechter heeft inmiddels bepaald dat de aannemer het werk per direct moet staken, in afwachting van een uitspraak in een civiele procedure die door Baitali is aangespannen. Ondanks dit vonnis zijn de werkzaamheden al aangevangen. OPTSU stelt zich vragen over de financiering. “Zonder garanties begin je als bedrijf niet aan zo’n project. Wie heeft die zekerheid gegeven?” aldus bestuurslid Henk Ramnandanlal, die ook wijst op het risico van ‘tyuku’ – het betalen van steekpenningen.
De organisatie trekt parallellen met eerdere controverses, zoals de Panam-kwestie, waarin ondanks een aangeboden korting van een aannemer toch het volledige bedrag werd uitgekeerd. Ook toen bleef vervolging uit, ondanks een melding bij het Openbaar Ministerie. OPTSU uit felle kritiek op de “passieve houding” van De Nationale Assemblee, die volgens hen nalaat haar controlerende rol te vervullen. “Deze coalitie verschilt weinig van de vorige”, aldus Ramnandanlal.
OPTSU roept op tot een spoedvergadering van het parlement en benadrukt dat het hier niet gaat om politieke motieven, maar om rechtsstatelijkheid en het voorkomen van precedentwerking in de omgang met publieke middelen.