“Kinderen moeten niet gedwongen worden om naar de AVO-richting te gaan”, zegt directeur Gracia Valies-Ormskirk van Beroepsonderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
De directeur zegt dat met het organiseren van een examenmarkt op de school de leerlingen de kans krijgen om hun kunsten te tonen. Hierbij moeten leerlingen van restmateriaal werkstukken maken en deze laten zien aan leerkrachten, ouders en belanghebbenden voor een cijfer. Bij dit onderdeel komen de praktische vakken als Technische sector, Mode en Creatie, Dienstverlening aan de orde.
Valies-Ormskirk meent dat het de taak van de school en de ouders is om de kinderen in de juiste richting te sturen. “De kinderen moeten niet gedwongen worden om naar de AVO-richting te gaan”, benadrukt zij opnieuw. Er is momenteel een tekort aan personeel in de beroepsrichting en de leerlingen die interesse tonen in deze sector, moeten gestimuleerd worden en niet gedemotiveerd worden. “De kinderen moeten zelf hun richtingen kiezen en wij moeten als begeleiders optreden.”
De AVO-toets, waarbij de vakken Nederlands, Engels, Rekenen, Wiskunde en Natuurkunde aan de orde zijn gekomen, is al voorbij. De leerlingen zullen op basis van de resultaten van het theoretisch – en praktisch deel naar de volgende klas doorstromen. Deelname in de klas, geschiedenis van de leerling op de school en uitgevoerde opdrachten van de andere vakken zullen ook bepalend zijn. Aan de hand van al deze informatie zal de directie van de school een advies uitbrengen, waarbij de leerling geadviseerd zal worden om naar het Algemeen Vormend Onderwijs (Havo, Lyceum, AMS, Natin) te gaan of naar het Beroepsgericht Onderwijs (Imeao, SPI).