Stephano “Pakittow” Biervliet en de chauffeur van zijn soundtruck, Ashween Ramharak, zijn vrijdag veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de rellen van 17 februari vorig jaar. Pakittow kreeg een celstraf van 400 dagen, waarvan 391 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de 9 dagen die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Ramharak werd veroordeeld tot 180 dagen celstraf, waarvan 156 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de 24 dagen in voorarrest. Beide mannen kregen een proeftijd van 2 jaar.
Pakittow was niet aanwezig bij de uitspraak. Zijn raadsman, Benito Pick, informeerde rechter Iswarpersad Sonai dat de beklaagde zich in het buitenland bevond. Het protest tegen Pakittow ontstond in 2023, nadat een door hem georganiseerde demonstratie op 17 februari in rellen uitmondde. Op die dag pleegden grote groepen mensen onder andere brandstichting, vandalisme en plundering van tientallen winkels. Pakittow werd verantwoordelijk gehouden voor het ophitsen van de menigte die hij had opgeroepen.
De rechter oordeelde dat Pakittow zich schuldig had gemaakt aan opruiing en poging tot zware mishandeling. Hij werd vrijgesproken van poging tot doodslag. Ramharak werd eveneens vrijgesproken van poging tot doodslag, maar veroordeeld voor poging tot zware mishandeling. De aanklachten voor poging tot moord en zware mishandeling waren het gevolg van de confrontatie tussen de protestgroep en een cordon van politie- en legereenheden bij het Kabinet van de President. Pakittow zou Ramharak de opdracht hebben gegeven om op de agenten en militairen in te rijden, wat Ramharak ook heeft gedaan. De rechter merkte op dat de bestuurder meerdere keren op de linie inreed, waardoor de dienst doende manschappen achteruit moesten stappen.
Dit incident vond plaats nadat de onlusten in de binnenstad al waren begonnen en Pakittow tijdens een rondrit door de stad had gezien wat er aan de hand was. Desondanks besloot hij terug te keren naar het Kabinet van de President in een poging het staatshoofd te ontmoeten, waarbij hij de bevelen van de veiligheidstroepen negeerde. Hij wordt ook verweten dat hij de menigte heeft opgezweept met het muzieknummer ‘Heat’, dat vanaf de soundtruck werd afgespeeld, terwijl de politie hem had verboden dit nummer te draaien.
De rechter heeft ook rekening gehouden met mededelingen die Pakittow vooraf en tijdens de betoging via social media heeft gedaan. Zo zei Pakittow de dag voor het protest: ‘A san o heat. Als er dingen gebeuren, u no abi fu go suku wan tra sma. U kan kon tek mi.’ En op de dag van de manifestatie zelf zei hij
onder andere op social media: ‘Eenmaal a pori, mek a pori.’ Volgens de rechter maken deze en andere soortgelijke uitlatingen deel uit van de opruiing. De uitdrukkelijke opdrachten aan Ramharak om op de manschappen in te rijden maken hem schuldig aan medeplegen van poging tot zware mishandeling.
Ramharak’s excuus dat hij in opdracht handelde van Pakittow maakt hem niet schuldvrij, aangezien hij ook daadwerkelijk op de troepen inreed.
Na de uitspraak verduidelijkte persrechter Alida Johanns aan journalisten dat volgens de kantonrechter het handelen van Pakittow een groot gevoel van onveiligheid heeft veroorzaakt bij de demonstranten, politieagenten en militairen. Dit leidde zelfs tot het afschieten van banden om erger te voorkomen. De proeftijd dient als een stok achter de deur om te voorkomen dat zij opnieuw dergelijke feiten plegen. Bij herhaling binnen 2 jaar kan de rechter de voorwaardelijke straffen ten uitvoer leggen. Volgens Johanns wil de rechter met de strafoplegging duidelijk maken dat het recht op demonstratie geen vrijbrief is om strafbare feiten te plegen.
Advocaat Pick kan zich niet vinden in de uitspraak en heeft aangegeven dat hij in overleg zal treden met Pakittow om een mogelijk hoger beroep te overwegen. Volgens Pick schetst de rechter met de motivering van het vonnis een rampzalige situatie en wekt hij de indruk dat de mannen extreem handelen, wat niet in verhouding staat tot het relatief ‘lichte’ vonnis. Het hoger beroep mag binnen 2 weken na betekening van het vonnis aanhangig worden gemaakt.