President Jennifer Simons heeft in het kader van 50 jaar Srefidensi gratie verleend aan een groep gedetineerden, maar plegers van zedendelicten nadrukkelijk uitgesloten. Volgens het staatshoofd is de aard en ernst van deze misdrijven zodanig dat deze categorie niet in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating.
“Voor iemand die kinderen misbruikt kan het nooit zo zijn dat die persoon spoedig uit de gevangenis gaat. Zo iemand moet eigenlijk vijfmaal harder worden gestraft,” aldus de president tijdens een regeringspersconferentie. Ze gaf aan dat de gratie-resolutie, net als in eerdere jaren, in grote lijnen hetzelfde is opgesteld, maar dat nu expliciet is vastgelegd dat daders van zedendelicten worden uitgesloten.
Simons herinnerde eraan dat in haar tijd als parlementariër in ernstige zaken vaak relatief milde straffen werden opgelegd. Personen die vanuit een bepaalde machtspositie misbruik maken, komen volgens haar nooit in aanmerking voor strafvermindering. Op basis van internationale verdragen zijn delicten zoals moord standaard uitgesloten van gratie; voor zedendelicten is daar nu een extra, expliciete uitsluiting aan toegevoegd.
De president kwam op dit onderwerp terug nadat minister van Justitie en Politie, Harish Monorath, tijdens hetzelfde persmoment werd bevraagd over een zaak uit 2023 waarbij drie politiemannen betrokken waren. In die zaak werden minderjarigen seksueel misbruikt. Monorath verklaarde dat de betrokken agenten hun straf van acht maanden hebben uitgezeten en dat hun ontslag inmiddels is aangezegd en uitgevoerd.
Met de aangescherpte lijn wil president Simons onderstrepen dat de regering hard blijft optreden tegen zedendelicten en dat daders van deze misdrijven geen uitzonderingspositie krijgen bij gratieverlening.














