“Blijf af van de internationale reserves”, waarschuwde minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning tegen de komende regering.
De bewindsman legde maandag tijdens een persconferentie uit dat de huidige netto internationale reserve ten opzichte van 2020 enorm is gegroeid. In december 2020 was de netto internationale reserve negatief, het was USD -154 miljoen, maar langzamerhand is dit opgebouwd naar USD 555 miljoen. “Men moet afblijven van de internationale reserves, omdat dit voor een belangrijk deel het geld is van het publiek en niet van de staat. Het is geld van de spaarders, banken en bedrijven.”
De minister haalde verder aan dat een deel van deze reserves nodig is om de schulden af te lossen en dat het ook nodig is ter dekking van de SRD. “Dus als dit geld verdwijnt, heeft de SRD geen waarde en schiet de inflatie in een keer omhoog. Dus afblijven van dit geld”, zei Raghoebarsing nog eens.
De afzwaaiende minister zei dat het nu de goede richting opgaat en is positief ingesteld over de toekomst, maar drong er bij de nieuwe regering op aan om heel voorzichtig te zijn met de staatsuitgaven en vooral met het nemen van schulden. Hij benadrukte dat het heel veel tijd, werk en moeite heeft gekost om de economie weer op rails te krijgen. “Hierdoor is de inflatie gegaan van 60,8 procent naar zes procent, wat single digit is.” Ondanks dat het nu de goede kant opgaat met de Surinaamse economie, is het land nog niet stabiel genoeg om op eigen benen te staan. Daarom adviseerde Raghoebarsing nogmaals om de samenwerking met het Internationaal Monetaire Fonds voort te zetten.
De minister stelde dat door middel van de samenwerking met het IMF Suriname internationaal het vertrouwen terug heeft gewonnen in de afgelopen jaren, waardoor bevriende naties en internationale instanties, zoals WHO, IDB, ISDB en anderen weer bereid zijn Suriname te steunen. Ook investeerders zijn bereid om na de samenwerking met het IMF in het land investeringen te doen. “Dus het IMF heeft geld, expertise en vertrouwen gebracht.”
Hij benadrukte wel dat als er een vervolgprogramma komt, dit zachter zal zijn, want de harde maatregelen zijn al voorbij. Het vervolgprogramma zal zich voornamelijk focussen op handhaving van de stabiliteit, versterking van instituten, het land klaarmaken voor olie en gas, het tegengaan van corruptie en anti-money laundering.