Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) benadrukt het belang van de buitenlandse reizen van president Santokhi.
Volgens Ramdin brengen deze reizen op jaarbasis zo een 100 miljoen USD op via internationale samenwerkingen, terwijl het budget van het ministerie van BIBIS rond de 18 miljoen USD ligt. “Het wordt dus vijf keer terugverdiend”, merkte de minister op in gesprek met radio ABC. Hij onderstreepte dat het buitenlandse beleid resultaatgericht is en zichzelf terugbetaalt.
Ramdin kon geen specifieke bedragen noemen met betrekking tot de kosten van de buitenlandse reizen van de president, omdat deze afhankelijk zijn van de bestemming en de duur van het verblijf. Ook de mate van financiële ondersteuning van andere landen kan variëren. Volgens Ramdin is een actief buitenlands beleid essentieel voor Suriname, omdat het land niet geïsoleerd opereert. Internationale samenwerking is cruciaal, en de resultaten kunnen zowel politiek als materieel van aard zijn.
Er is echter kritiek geuit op het aantal dienstreizen van president Santokhi. In 2024 zullen dit er 12 zijn, na bezoeken aan Aruba, Curaçao, Colombia en de Verenigde Staten. In 2023 waren dat er nog 10. Bij vertrek naar Aruba en Curaçao gaf de president aan dat hij een week weg zou blijven, maar tijdens zijn reis werden nog twee landen aan de agenda toegevoegd. Santokhi keert na zijn bezoek aan Aruba en Curaçao niet terug naar Suriname, maar reist door naar Miami.
Van daaruit gaat hij naar Cali, Colombia, om deel te nemen aan de zestiende Conferentie van Partijen (COP16), die op 29 en 30 oktober plaatsvindt. Deze conferentie is van groot belang voor de internationale klimaatdiscussie en biedt de president de gelegenheid om Surinames stem te laten horen en samen te werken met wereldleiders aan duurzame oplossingen voor klimaatverandering.