Er is vanuit Suriname alles aan gedaan om toestemming te vragen aan de Fransen, om te helpen zoeken naar de toen verdwaalde Imarcio Afie. Dat zegt de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerkingen, Albert Ramdin.
“Ik zeg niet dat ze hebben geweigerd, maar ze hebben geen toestemming op tijd gegeven”, zegt Ramdin aan journalisten. Hij geeft aan dat er een gesprek is gepland voor donderdag met de Chef-de-post van de Franse Ambassade, omdat de ambassadeur van Frankrijk niet in het land is momenteel.
Hij geeft aan niet vooruit te willen lopen op zaken en wacht het gesprek af met de Franse diplomaat om na te gaan wat precies mis is gegaan bij het verlenen van toestemming aan Suriname om op Frans grondgebied naar een jongen van 8 jaar te zoeken. “Ik respecteer de territoriale soevereiniteit van Frankrijk en daarom konden wij ook niet verder. Als we toch de militairen en de politie hadden gestuurd op zoektocht zou er een conflict lokken. Wij willen duidelijk waarom het zo lang geduurd heeft”, merkt Ramdin op.
Ongeveer twee weken geleden was Afie de weg kwijt in het bos op Frans grondgebied, toen hij samen met zijn familie een bezoek bracht aan een illegale goudmijn. De Franse autoriteiten deden op het moment van zijn bezoek een inval en rende Afie uit schrik en angst voor de Fransen diep het bos in. Familieleden en dorpsbewoners hebben dagen gezocht naar Afie, zonder resultaat. Er is toen hulp gevraagd en hebben vrijwilligers en militairen aangeboden om te helpen bij de zoektocht, echter konden zij maar geen toestemming krijgen om Frans grondgebied te betreden om te helpen zoeken naar Afie. Uiteindelijk heeft de 8-jarige Afie zijn weg teruggevonden naar Beli Kondre, waar hij werd gespot door spelende kinderen. De jongen vloog maandag naar Paramaribo voor medische begeleiding.
Hij is blij dat de jongen het dorp weer gevonden heeft, maar is van mening dat er sneller gehandeld moet worden, vooral om het feit dat het om een humanitaire case gaat. De ervaring voor het uitblijven van toestemming is heel naar overgekomen bij de BIBIS-topman. Hij geeft aan dat, ondanks hij in het buitenland zat, heeft aangedrongen bij de ambassadeur om achter de toestemming te zitten. Echter, zij hebben toen aangegeven dat het wachten op Parijs is, hoofdstad van Frankrijk, om toestemming te verlenen. “Ik heb zelf voorgesteld om met Parijs zelf te bellen, maar er is toen voorgehouden dat het wordt opgepakt.”
Als deze handeling de relatie tussen Suriname en Frankrijk zal verstoren is volgens Ramdin niet van toepassing. Hij geeft aan dat dingen goed besproken moeten worden om dit soort zaken te voorkomen. “We moeten hieruit leren en geen herhaling krijgen, want dan kan je wel rekenen op een verstoring als het weer zou gebeuren”, aldus Ramdin.