De regering is niet in staat om de sociale uitkeringen aan te passen. Volgens minister Ines Pané van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) bestaat de ruimte hiertoe niet, omdat de financiële middelen zeer beperkt zijn.
De bewindsvrouw sprak tijdens de begrotingsbehandeling in het parlement van achterstanden in de uitbetaling van de algemene kinderbijslag (AKB) en financiële bijstand in Brokopondo, Boven-Suriname en Boven-Marowijne.
Van de 21 beleidsprogramma’s in het sociaal programma van de overheid worden op maandbasis slechts vijf ingevuld, te weten AKB, algemene oudedagsvoorziening (AOV), financiële bijstand aan mensen met een beperking, financiële bijstand aan zwakke huishoudens en koopkrachtversterking (KKV). Echter worden volgens Pané de middelen ook niet altijd vrijgemaakt door het ministerie van Financiën en Planning, waardoor er achterstanden in betalingen ontstaan.
Daarnaast is er een toename van sociaal hulpbehoevenden, hetgeen ook maakt dat de begroting op AOV en financiële bijstand zijn gestegen. SoZaVo kampt vervolgens met exploitatie en logistieke kosten. Deze vertragen op hun beurt ook de uitbetalingen. Desondanks doet het ministerie zijn uiterste best om hieraan te voldoen. Momenteel wordt gewacht op de goedkeuring van de suppletoire begroting, zodat de aanvraag kan geschieden en overgegaan kan worden tot uitbetaling.
Ook bij de uitbetaling van Moni Karta is er vertraging. Dit komt vaak door de late indiening van de aanvraag voor AOV. Zolang de aanvraag binnen twee jaar geschiedt, vanaf de datum dat de cliënt 60 jaar is geworden, krijgt die persoon uitkering met terugwerkende kracht tot de datum waarop degene 60 werd. Pané: “Doet de cliënt de aanvraag echter later dan deze 24 maanden, dan is de kans groot dat er geen twk meer plaatsvindt.”