Een aantal wijzigingen aan de Milieu Raamwet zijn donderdag in het parlement aangenomen. Hiermee komt een nieuwe milieuautoriteit, namelijk de Nationale Milieu Autoriteit (NMA). Deze autoriteit zal het NIMOS vervangen en meer bevoegdheden hebben dan zijn voorganger. De wijzigingen werden met 27 stemmen aangenomen. De NDP-, NPS- en BEP-fractie onthielden zich van de stemming.
Fractieleider Rabin Parmessar van de NDP was niet tevreden over de beantwoording van de minister op de gestelde vragen. Hij was ook niet blij met het onafhankelijk karakter van de NMA. “Er zijn heel wat elementen in de wet, die riekt naar corruptie facilitering.” Daarom onthield hij zijn fractie van stemming.
Ook Gregory Rusland van de NPS-fractie was kritisch over de NMA. “Het kan niet zo zijn dat we autoriteiten hebben, die boven de regering en het parlement gaan functioneren. We moeten voorzichtig zijn, want de autoriteit moet niet in zijn eigen richting gaan.” Hij haalde aan dat het beleid door de regering en parlement moet worden bepaald en de technische uitvoering moet dan plaatsvinden door de autoriteit. Rusland merkte verder op dat de NMA bepaalde bevoegdheden krijgt, maar deze bevoegdheden zijn nog niet duidelijk genoeg gedefinieerd in de wet. “Dit kan voor problemen zorgen in de uitvoering.”
BEP-fractieleider Ronny Asabina zei dat meer dan de helft van de vragen niet is beantwoord. “Wetgeving moet gestoeld zijn op beleid en het beleid wordt bepaald door de regering en het parlement samen.” Daarom onthield hij zijn fractie van de stemming.
Fractieleider Asiskumar Gajadien van de VHP zei dat het milieuvraagstuk belangrijk is, dat goed gereguleerd moet zijn en wanneer het nodig is moet er hard opgetreden worden. De voorganger van NMA kon, vanwege bepaalde aspecten, niet optimaal optreden tegen overtredingen. “Met deze wijzigingen heeft de NMA armslag gekregen om op te treden.” Hij benadrukte wel dat er optimaal controle moet plaatsvinden door het ministerie op het functioneren van de NMA. “Als er iets misgaat, kan het parlement dan optreden.”
Obed Kanapé zei dat de klimaatverandering niet op ons zit te wachten. “Enkele jaren terug tegen deze tijd lagen dorpen in het binnenland onder water vanwege te veel regen en nu bidden we dat het regent. We hopen dat Suriname met behulp van deze wet goed gewapend is tegen de milieueffecten die op komst zijn.” Hij hoopt ook dat binnenkort Suriname middels de carboncredits geld binnen kan halen, waardoor het land verder tot ontwikkeling gebracht kan worden.