“Overheidsfunctionarissen moeten beseffen dat journalisten altijd de vragen stellen die de samenleving bezighouden en dat zij de plicht hebben om de feiten te onthullen. Het is onacceptabel dat bewindslieden zich door de kritische houding van de media aangevallen voelen en dit als een vrijbrief zien om journalisten en mediahuizen de les te lezen.”
Het voorgaande is een krachtige passage uit de verklaring van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) als reactie op uitspraken van minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) afgelopen week. De man met de langste tenen in het kabinet-Santokhi reageerde als een agressieve pitbull op kritische opmerkingen van journalisten over het zogenaamde “aanbestedingsdebacle” voor de herinrichting van de Van ’t Hogerhuys- en Slangenhoutstraat.
Via de voorlichtingsafdeling van OW spuwde een felroze en boze Riad zijn gal richting de hoofdredactie van Starnieuws. Het medium ontving zelfs een brief van de minister, waarin hij een “sorry” eiste voor hetgeen Starnieuws in een column had neergepend. Na een lange uitleg stelde hij: “U wordt derhalve gesommeerd om binnen drie (3) dagen na ontvangst van dit schrijven de onjuiste stellingname te rectificeren op dezelfde wijze zoals gepubliceerd via Starnieuws. Bij uitblijven hiervan is het treffen van de nodige rechtsmaatregelen niet uitgesloten.” Het dreigement van de boze Riad deerde Starnieuws echter niet en het medium toonde geen enkele vorm van vrees. Hoofdredacteur Nita Ramcharan verdient een schouderklopje voor het feit dat ze in deze stevig in haar schoenen staat, het journalistieke landschap beschermt en zich terdege houdt aan de ethische richtlijnen.
“Starnieuws is niet van plan om zelfs maar één letter terug te nemen van hetgeen is gepubliceerd. De minister wordt aangeraden om een spoedcursus te volgen over wat een column is.” Een duidelijke boodschap van het medium. Ik ga zover om de minister een handje te helpen en hem te adviseren zich te verdiepen in het boek Professioneel Communiceren (2004). Hierin omschrijven Jansen en Steehouder een column als volgt: “Een regelmatig verschijnende, ondertekende persoonlijke rubriek op een vaste plaats in een tijdschrift, krant of vakblad. In een column geeft een columnist een recalcitrante, eigenzinnige, eventueel ietwat badinerende visie op een bepaald onderwerp.” Ik ben ervan overtuigd dat, indien de minister met lange tenen Starnieuws of Nita Ramcharan voor de rechter zou slepen, het vonnis niet in zijn voordeel zou vallen. De rechter zou in zo’n geval kijken naar ‘De Leidraad voor de Journalistiek’ en nationale wetten die het recht op vrije meningsuiting bewaken.
Een column bevat vaak waardeoordelen en niet zozeer objectieve feiten. Daarom is in een column meer toegestaan dan in andere publicaties. Met andere woorden: een columnist heeft een grotere vrijheid dan een onderzoeksjournalist. Hij mag simplificeren, uitvergroten, overdrijven en gebruikmaken van scherpe bewoordingen. Toch is niet alles geoorloofd in columns. De vrijheid van meningsuiting van de publicist is niet onbegrensd. Zijn woorden mogen niet nodeloos grievend zijn of enkel bedoeld om iemand te kwetsen. Columnisten mogen bij het uiten van hun persoonlijke mening over personen geen kwalificaties bezigen of vergelijkingen maken die niet redelijkerwijs door de feiten worden ondersteund. Na grondige analyse van alle beschikbare informatie kan ik met overtuiging benadrukken dat die grens in de column, die de minister tot een “boze wolf” heeft getransformeerd, niet is overschreden.
Het gedrag van de bewindsman is uiterst zorgwekkend, omdat het niet alleen een flagrante aanval op de persvrijheid vormt, maar ook een symptoom is van een autoritaire tendens binnen de overheid. Door de media te kwalificeren als “duivel” en te suggereren dat er repressieve maatregelen tegen hen zullen worden genomen, vertoont de minister een gevaarlijke neiging tot despotisme. Deze retoriek impliceert een vijandigheid jegens de vrije pers, de vierde macht die essentieel is voor het waarborgen van transparantie en verantwoording binnen een democratisch systeem.
Bovendien kan deze demonisering van de media een “chilling effect” veroorzaken, waarbij journalisten worden geïntimideerd en daardoor terughoudend worden in het publiceren van kritische stukken. Dit ondermijnt niet alleen de rol van de media als waakhond, maar leidt ook tot een erosie van het publieke vertrouwen in onafhankelijke informatiebronnen. De impliciete dreiging van maatregelen tegen de pers, getuigt van een verontrustende minachting voor constitutionele rechten en de rechtsstaat, en kan de deur openen naar censuur en zelfcensuur. In een bredere context kan dit gedrag ook worden gezien als een poging om de publieke opinie te manipuleren en afwijkende stemmen te marginaliseren.
Dit gedrag creëert tevens een vijandbeeld dat kan worden gebruikt om ongewenste kritiek te onderdrukken en de macht van de uitvoerende macht te consolideren. Deze soort retoriek en de mogelijke implicaties ervan zijn kenmerkend voor regimes die autoritaire controle nastreven ten koste van democratische waarden en vrijheden. De ware duivels schuilen niet in de media, maar in de spiegel van degenen die de waarheid willen smoren. Wie anderen als demonen bestempelt, zou zichzelf eerst diep in de eigen ogen moeten aankijken. Hiermee een advies aan Riad; kijk diep in de spiegel en doe het vooral met wijsheid