De vier mannen, die verantwoordelijk worden gehouden voor de gewelddadige beroving van 5 november vorig jaar aan de Hiraweg, zijn verraden door een mobiele telefoon die ze op hun vlucht lieten vallen.
Geschreven en ingesproken berichten daarin onthullen de roofplannen van de bende. Het cellulair toestel bracht de politie op het spoor van de eerste verdachte, D.E. Daarna kwamen de anderen gauw in beeld. Een van de comparanten (S.T.) woont in dezelfde straat waar de overval is gepleegd. Het slachtoffer is tijdens een rechtszitting van vrijdag 17 november 2023 als getuige gehoord.
Bij de beroving in de vroege ochtend waren twee hunner de woning binnengedrongen, terwijl de twee anderen zich buiten bevonden. De vrouw des huizes gaf zich niet gauw gewonnen. Ze worstelde met D.E. en beet flink van zich af. Pas toen de tweede rover een vuistvuurwapen op haar richtte, gaf ze zich over. D.E. nam de vrouw daarna in een zodanige wurggreep dat ze haar stem bijna kwijt is geraakt.
De indringers haalden het huis overhoop en vroegen naar geld, goud en drugs. Hoewel de vrouw ze herhaaldelijk zei dat ze zich hadden vergist, aangezien zij als verpleegsters niets had waar ze naar zochten, bleven ze haar bedreigen en slaan. Ze was op het moment van de beroving alleen thuis met een kleinzoon van 4 jaar.
Toen buren op het hulpgeroep afkwamen sloegen de rovers op de vlucht. Enkele percelen verder vonden ze het mobieltje van D.E. in een in aanbouw zijnde woning. Toen ze de inhoud doorzochten troffen ze foto’s, videobeelden en zowel geschreven als ingesproken berichten aan. Daartussen zat er genoeg informatie voor de politie om de rovers in beeld te brengen en aan te houden. Zoveel lef als D.E. heeft, kwam hij op klaarlichte dag terug naar het huis waar hij had ingebroken om zijn telefoontoestel op te vragen.
D.E. beweert eerder te hebben gewerkt voor een schoonzoon van het slachtoffer. Tijdens de zitting beweerde hij niet op rooftocht te zijn geweest. Hij zou naar eigen zeggen het adres hebben aangedaan om geld waarvoor hij had gewerkt te gaan halen. ‘Ik was daar om geld te halen waarvoor ik had gewerkt. Haar schoonzoon moest mij betalen,’ zei hij.
Het slachtoffer heeft videobeelden van haar beveiligingscamera’s beschikbaar gesteld aan de politie. Naast dat bewijs, kan de openbare aanklager wellicht rekenen op de medewerking van D.E. Toen hij op verzoek van de verdediging van medeverdachte A. als getuige werd gehoord, zei de man dat hij niet in gezelschap van A. het huis was binnengedrongen. A. zou enkele percelen verderop uitkijk hebben gestaan, liet hij weten. Hij had zijn mobieltje bij A. achtergelaten. Toen de overval abrupt werd onderbroken en ze wegrenden, verloor A. het toestel in de scherming.
A. ontkent, net als de vierde verdachte (C.), elke betrokkenheid bij de overval. Een buurman van het slachtoffer, die op haar hulpgeroep afkwam, werd door een van de rovers gemaand zijn huis weer binnen te gaan. De rover richtte daarbij een vuistvuurwapen op hem. Nadat de vier mannen waren gevlucht, schoot hij zijn buurvrouw alsnog te hulp. Ook deze buurman getuigde vrijdag in de zaak. Er zullen op de volgende zitting nog enkele getuigen worden gehoord.
De verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden op 21 april aanstaande.