De Progressief-Verheffende Partij (PVP) ervaart ernstige obstakels bij haar registratie voor de verkiezingen van 25 mei 2025.
In een gesprek met Key News uit voorzitter Roy Bhikharie zijn onvrede over de manier waarop zijn partij behandeld is door het Centraal Hoofdstembureau (CHS). Volgens hem is er sprake van rechtsongelijkheid en een gebrek aan fair play.
De PVP mocht zich na tussenkomst van het Hof van Justitie alsnog registreren voor deelname aan de verkiezingen, maar kreeg volgens Bhikharie geen eerlijke termijn om de vervolgstappen te doorlopen.
“Onze kandidaten verloren de moed”
“Wat het CHS onze partij heeft aangedaan gaat verder dan een administratieve fout,” stelt Bhikharie. “Onze registratie is onterecht geweigerd – tot wel vier keer toe. Eerst door het CHS zelf, daarna door het Administratief Beroepsinstituut van de President, en ten slotte door de kantonrechter. Pas het Hof van Justitie gaf ons gelijk. Maar het kwaad was toen al geschied.”
Volgens de PVP-voorzitter heeft deze juridische strijd zijn sporen nagelaten. “Ongeveer drie weken geleden begon je het te merken onder onze kandidaten. De hoop en het vertrouwen zakten weg. En op sociale media werd onze situatie bespot, wat de teleurstelling alleen maar vergrootte.”
“Tijd verloren door schuld van CHS, maar wij dragen de gevolgen”
De partij vindt het onbegrijpelijk dat het CHS nu vasthoudt aan de oorspronkelijke deadlines voor het indienen van kandidatenlijsten. “Wij mochten pas na het middaguur op zaterdag 22 maart starten, en moesten op dinsdag 25 maart om 15.00 uur alles klaar hebben,” aldus Bhikharie. “Dat is een krappe drie dagen, terwijl andere partijen weken de tijd hadden.”
Volgens Bhikharie zou het vonnis van het Hof van Justitie ook geïnterpreteerd moeten worden als een recht op een eerlijke termijn voor vervolgstappen. “We zijn niet alleen onterecht geweigerd, maar worden nu ook benadeeld bij het herstel. Dat is onredelijk en in strijd met het gelijkheidsbeginsel.”
“Wetsartikel biedt ruimte – geen reden tot afwijzing”
De PVP betwist ook het formele verweer van het CHS dat verwijst naar artikel 38 lid 1 van de Kiesregeling. Volgens Bhikharie schrijft dit artikel niet expliciet voor dat 25 maart de enige dag voor kandidaatstelling is. “Wat de wet voorschrijft zijn intervallen tussen bepaalde stappen, maar die kunnen aangepast worden. Er is dus ruimte voor een redelijke interpretatie.”
Bhikharie benadrukt dat het verzoek van de PVP niet onredelijk is. “Wij vragen geen voorkeursbehandeling, enkel een herstel van de tijd die we door onrechtvaardige beslissingen zijn kwijtgeraakt. Het kan toch niet zo zijn dat wij gestraft worden voor fouten van het CHS?”
“Fair play ontbreekt”
Tot slot uit Bhikharie zijn teleurstelling over de houding van het CHS na de uitspraak van het Hof. “In plaats van mee te werken aan herstel of op zijn minst ‘damage control’, houdt men star vast aan formaliteiten. Terwijl het juist het CHS was dat ons onterecht uitsloot.”
De PVP hoopt alsnog op medewerking van het CHS en blijft zich inzetten voor deelname aan de verkiezingen van 25 mei. “Wij willen meedoen aan het democratisch proces – maar dan wel op basis van gelijke kansen,” besluit Bhikharie.