Het spijt eenieder hoe zaken zijn gegaan op 8 december 1982. Het is deel van het leven dat hem bij blijft verklapte de hoofdverdachte Desi Bouterse.
Hij werd maandag gehoord in de spraakmakende 8 decembermoorden rechtszaak. Hij zegt dat hij overtuigd is dat het recht zegeviert bij de verdere behandeling van de zaak. “Men moet niet met technische foefjes komen. If mi kier wan sma stuurt u al deze mensen naar huis dan kunt u mij opsluiten”, stelde Bouterse overtuigd, doelend op de overige verdachten in de rechtszaal toen enkele confronterende vragen aan hem gesteld werden over de liquidaties op 8 december. Hij voerde aan dat er een manier gevonden moet worden om met het gebeuren van 8 december te leven.
Draaiboek
Rechter Dinesh Sewrattan stelt dat Bouterse in zijn verklaringen heeft aangegeven dat er een plan was beraamd. Bouterse voerde aan dat dat daadwerkelijk zo was dat er een draaiboek was opgemaakt. Hij benadrukte ook dat informatie en communicatie bij de behandeling van de zaak heel erg belangrijk zijn. Hij haalde aan dat de inlichtingendiensten verantwoordelijk waren voor het doorspelen van informatie in de jaren 1981 en 1982. Dit vertelde hij toen de rechter hem vroeg wie allemaal betrokken waren bij het inwinnen van de informatie over de plannen die beraamd werden vanuit het buitenland, omdat Bouterse dit eerder zou hebben verklaard.
Moeten weten
De rechter confronteerde Bouterse ermee dat hij de hoofdverantwoordelijke was voor legereenheden in de tijd en zou moeten weten wat er allemaal op 8 december zou plaatsvinden te Bastion Veere. “Een plan om mensen op te halen en dood te maken zou absurd zijn” stelde hij. De hoofdverantwoordelijke binnen de legerleiding weet volgens Bouterse niet alles.
De bedoeling was om de vijftien vermoorde Surinamers het land uit te zetten en te voorkomen dat zij verder zouden gaan met hun subversieve handelingen. De mensen zouden tot ‘persona non grata’ verklaard worden. Ze zouden slechts naar het Fort Zeelandia gebracht worden om verhoord te worden”, deelde Bouterse mee. De mensen waren gehoord door Majoor Roy Horb. Zelf had Bouterse geen formele verhoren afgelegd. Hij zou wel met mensen gesproken hebben en die bemoedigd met de woorden: “Het komt goed. Rustig.”
Bouterse persisteerde bij de voorgelezen verklaringen die de president van het hof voorlas. Hij zei dat Paul Bhagwandas hem had gerapporteerd dat de vijftien personen in het Fort Zeelandia op de vlucht zijn geschoten. Hij trok in twijfel dat mensen op de vlucht zijn doodgeschoten. Vandaar dat hij besloot meteen aan de regering te rapporteren en een onderzoek in te stellen.
Hij blijft erbij dat de de vijftien personen die zijn vermoord in het Fort Zeelandia op de vlucht zijn doodgeschoten. Er zouden meer dan vijftien mensen zijn geplaatst op de lijst om te worden opgepakt. Bijkans zeven van deze personen zijn niet gevonden. Bouterse ontkent dat de vermoorde mensen eerst naar hem werden gebracht om een doodvonnis aan te horen. Na de veroordeling werden zij geliquideerd.
Kolonisator verantwoordelijk
De 8 decemberzaak is een nationale zaak die vanwege de gekweekte trauma’s aangepakt moet worden, zei Bouterse. “Het is een zwarte bladzijde en wij zullen een manier vinden om ermee te moeten leven”, zegt de verdachte. Hij kijkt spijtig terug op het gebeuren, omdat het grote gevolgen heeft gehad voor de samenleving. De zaak moet gauw opgelost worden meent Bouterse. Ook zegt hij dat het militair regime opgedragen was de vijftien opgepakte mensen te elimineren door die het land uit te zetten.
De ex-legerleider deelt de mening dat er veel meer doden zouden vallen als er niet was ingegrepen. Hij noemt dat het verbreken van de koloniale banden met de kolonisator. Hetgeen vandaag de dag weer ter sprake komt. “Het is een strijd welke ook staat in onze grondwet. We weten niet eens over welke strijd het gaat.” Bouterse houdt Nederland en de mensen die zich daarvoor hebben laten gebruiken verantwoordelijk voor wat zich op 8 december 1982 heeft voltrokken.