De rechter heeft voorlopige vrijheid verleend aan twee jonge vrouwen, S.B. en D.L., die op het laatste moment afzagen van drugssmokkel en de politie inschakelden. Een man, S.K., die mogelijk bevriend is met de opdrachtgever V.M., is ook voorlopig vrijgelaten. V.M. en een andere man, F.A. blijven echter in hechtenis. De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot maart.
S.B. en D.L., beiden afkomstig uit Frankrijk, werden als getuigen gehoord in de zaak tegen de drie mannen op woensdag 24 januari. Ze waren vorig jaar naar Suriname gekomen via Frans-Guyana, waarbij S.B. beweerde op vakantie te zijn en D.L. vanwege een sterfgeval. Beide vrouwen kwamen in contact met V.M., die hen benaderde met mogelijkheden om veel geld te verdienen. Ze werden naar een appartement in Albina gebracht, waar hen werd verteld dat ze drugs moesten slikken.
S.B. weigerde nadat ze ontdekte dat het om drugs ging, terwijl D.L. enkele bolletjes inslikte, maar de missie niet kon voltooien. De opdrachtgever hield hen vast en eiste vergoeding voor zijn gemaakte kosten. S.K. zou hen eveneens hebben bedreigd. Opgesloten in een kamer belden de vrouwen met hulp van een voorbijganger de politie, die hen bevrijdde, maar ook arresteerde wegens overtreding van de Wet Verdovende Middelen. Er is in totaal 3024 gram cocaïne in beslag genomen.
V.M. gaf toe de opdrachtgever te zijn en bevestigde in de rechtszaal ook dat hij zijn gemaakte kosten terug eiste. Hij ontkende echter elke betrokkenheid van S.K. De vrouwen konden geen verband leggen tussen S.K. en de drugs, maar linkten hem aan de smokkel vanwege zijn aanwezigheid op het appartementencomplex en omdat hij naar hun kamer was gelopen om ze ook uit te schelden en te bedreigen toen de opdrachtgever tekeer ging.
Advocaat Chandra Algoe bepleitte de voorlopige vrijlating van S.K., die al zeven maanden vast zat zonder directe betrokkenheid bij de zaak. Irvin Kanhai, de raadsman van de vrouwen, benadrukte dat ze hun strafbare voornemens hadden onderbroken. Hij legde uit dat er wel drugs zijn gevonden in het lichaam van D.L., maar dat ze die niet vrijwillig had ingenomen. Het feit dat ze de politie hadden gebeld is voor Kanhai een bevestiging dat ze niet vrijwillig ter plekke waren. Ondanks het verzet van het Openbaar Ministerie besloot de rechter tot de onmiddellijke vrijlating van S.B., D.L., en S.K.