Staatsolie heeft een gebied van ongeveer 4000 hectare aangevraagd in Brokopondo, waarin delen van het dorp Baling Soela, Brownsweg en bijna alle recreatieoorden vallen. Dit zegt DNA-lid Ronny Asabina van het district.
Asabina zegt dat deze kwestie al enkele jaren speelt, want Staatsolie heeft de aanvraag in 2020 gedaan. Hij zegt dat de districtscommissaris het traditioneel gezag wel op de hoogte heeft gesteld over deze aanvraag en er werd naar advies gevraagd van het traditioneel gezag. Het traditioneel gezag heeft toen een gesprek aangevraagd bij de leiding van Staatsolie.
De vertegenwoordigers van het staatsbedrijf heeft het traditioneel gezag ontvangen en er werd medegedeeld dat het gebied in eigendom in aangevraagd, omdat het bedrijf de hulpdammen wil beschermen. Als gevolg van illegale goudwinningen en de winning van andere hulpbronnen, zoals hout, kan de kwaliteit van de hulpdammen in geding komen.
Asabina weet niet precies, maar denkt dat Staatsolie het gebied al toegewezen heeft gekregen, maar volgens hem zijn de wettelijke procedures niet in acht genomen. “De minister van GBB heeft dat stuk niet getekend, dus het is niet geformaliseerd. Als dat het geval was dan zou Staatsolie nooit de aanvraag via geëigende kanalen opgang hebben gezet.” Volgens hem meent de leiding van Staatsolie dat bij de overname van de dam het gebied aan het staatsbedrijf al was toegewezen. Dat is niet het geval geweest, want de formalisering van alle stappen en procedures is niet gebeurd door de staat. Het traditioneel gezag is ook niet gehoord, voordat het gebied is uitgegeven. “Ik weet niet of de dc een advies heeft uitgebracht.”
Het DNA-lid zegt verder dat als er grondaanvragen worden gestuurd naar de bestuursdiensten in de districten en er niet gereageerd wordt binnen drie maanden, men ervan uit gaat dat er geen bewaar is. “Maar ik weet niet of de dc zich op papier heeft uitgesproken”, zegt Asabina.
De parlementariër merkt op dat het dorp Baling Soela al bestond voordat Alcoa in het gebied economische activiteiten begon te ontplooien, dus ook voor de bouw van de dam bestond Baling Soela. Staatsolie of de staat zou de lokale bewoners moeten betrekken en op de hoogte moeten stellen van deze kwestie. “Staatsolie moet wel het belang zien van een goed nabuurschap, want Alcoa, dat een buitenlands bedrijf was, had een gezonde relatie met de lokale gemeenschappen en dat verwachten we dan ook van een Surinaams bedrijf.”
Hij haalt verder aan dat Staatsolie het gebied in eigendom heeft gehad, terwijl het grondvraagstuk van de gemeenschap nog niet eens is geregeld. Er zijn internationale vonnissen geweest, waarbij het grondvraagstuk van inheemse en tribale volkeren zo snel mogelijk in orde gemaakt moeten worden. “Als Staatsolie inderdaad het gebied in eigendom heeft gekregen van de staat, dan is dat een stukje disrespect jegens het internationaal vonnis en de gemeenschap van Baling Soela.”
Hij weet niet wat Staatsolie gaat doen met de lokale gemeenschappen. “De mensen zijn nu uitgeleverd aan de willekeur van de eigenaar. Er moeten naar alternatieven gekeken worden, want duizenden mensen verdienen hun brood door in dit gebied te werken.” Hij stelt voor om de lokale gemeenschappen te betrekken bij het bewaken van de hulpdammen. “De mensen kennen het gebied heel goed en kunnen ook adviezen uitbrengen.” Deze kwestie moet op een correcte manier aangepakt worden, want verhuizing in deze tijd is geen optie.