“Suriname lijkt vast te zitten in een situatie waarin de beloofde economische vooruitgang maar niet van de grond komt.” Econoom Winston Ramautarsing stelt kritische vragen over het huidige beleid en de economische toekomst van het land.
Hij vraagt zich af waar de 150 investeerders zijn die ooit in de rij stonden om hun geld in Suriname te steken. Ondanks enige stabilisatie in de economie en het toenemende vertrouwen dat daarmee gepaard gaat, is er tot nu toe geen enkele sector gegroeid.
De enige hoop voor Suriname lijkt volgens hem te liggen in de verwachte olie- en gasinkomsten. Hij waarschuwt echter voor de gevaren van corrupte leiders die deze inkomsten voor eigen gewin kunnen gebruiken. “Zonder een solide beleid en transparant bestuur is Suriname gedoemd om te falen”, zei hij in een uitgebreid vraaggesprek met ATV.
Ramautarsing uitte zijn bezorgdheid over de zogenaamde hogere welvaart die het land momenteel ervaart. Deze schijnbare welvaart is volgens hem te danken aan de recente lening van 600 miljoen Amerikaanse dollars, bedoeld om het consumptieniveau op peil te houden. Dit creëert een illusie van welvaart, maar uiteindelijk zal dit geld met rente moeten worden terugbetaald.
De cijfers liegen niet, aldus Ramautarsing. Hij baseert zijn analyse op gegevens van de Centrale Bank van Suriname, die een duidelijk beeld schetsen van de zorgwekkende schuldpositie van het land. Hoewel Suriname na de zware recessie in 2020 en 2021 een lichte opleving van ongeveer 1 procent groei heeft laten zien, is dit volgens de econoom verre van voldoende om echt herstel te bewerkstelligen. Op dit tempo zal het jaren duren voordat de economie significant zal groeien, en dat kan alleen als de productie drastisch wordt verhoogd.
Ramautarsing wees ook op de structurele problemen die Suriname al jaren parten spelen. Hoewel president Ronald Venetiaan vaak wordt geprezen voor het stabiliseren van de economie tijdens zijn ambtsperiode, heeft hij volgens de econoom nagelaten om structurele verbeteringen door te voeren. Veel van de maatregelen waren slechts lapwerk, waarmee alleen de symptomen van de economische problemen werden bestreden, zonder de kern aan te pakken.
Ook de huidige Winston Ramautarsing krijgt veel kritiek. Hoewel die erin geslaagd is “de economie niet verder te laten verslechteren”, groeit het overheidsapparaat ondertussen verder uit zijn voegen. Dit kost de staat elke maand enorme bedragen. In plaats van in te krimpen, worden de parastatale bedrijven behouden, wat volgens Ramautarsing een onnodige last is voor de begroting. Hij noemt het de “buit van de politieke partijen”, waarbij partijloyalisten na de verkiezingen worden beloond met hoge salarissen, ongeacht de economische realiteit. De vraag blijft dus of de regering bereid is de noodzakelijke maatregelen te nemen om duurzame economische groei te realiseren, of dat Suriname gedoemd is vast te blijven zitten in een vicieuze cirkel van schulden en stagnatie.