Het vernieuwd onderwijssysteem moet worden voortgezet. Volgens de minister van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Henri Ori, is ons land wel ready voor het vernieuwd systeem. “We zijn ready, we moeten ready zijn, anders lopen we internationaal achter.”
Sinds zijn aantreden als onderwijsminister is Ori bezig met het doorlichten van het vernieuwd onderwijssysteem die zijn voorganger, Marie Levens had geïmplementeerd. “Er zijn een aantal zaken die bij de voorlichting beter naar voren gebracht moeten worden.” Ori zegt verder dat hij constant informatie krijgt, informatie waarover leerkrachten en schoolleiders zich zorgen maken. “Daar moeten we aan gaan werken, daarom moeten we bepaalde zaken temporiseren. De integratie van kleuter naar lager onderwijs is goed gegaan, op enkele kleine dingen na.”
De meeste zorgen liggen bij de boven, vooral dat stukje van MULO en LBO. “Wat we zien is dat de leerjaren negen en tien wat lijken op mulo 1 en 2 goed zijn gegaan. Daar zijn er enkele praktische problemen zoals leerkrachten die onvoldoende beschikbaar zijn in de nieuwe vakken. En ook het nieuw curriculum van leerjaren 11 en 12 daar zitten nog onduidelijkheden waar mensen niet weten waar ze aan toe zijn”, vertelt Ori enkele van zijn constateringen van het nieuw systeem.
Wat vooral duidelijk moet worden is de evaluatie van leerjaar 10. Hier gaan de leerlingen een keuze maken welke richting zij precies opgaan. Zij het de technische richting of de algemene richting, daar gaat er een assessment ingezet worden die vrij ingewikkeld is volgens Ori. Met behulp van 4 toetselementen wordt elke leerlingen individueel gekeken als het geschikt is voor algemeen vormend onderwijs of beroepsspecifiek onderwijs. “Daar moet er meer duidelijkheid in komen, vooral informatie naar de ouders toe. Welk schooladvies moet daaruit komen.”
Er is een procedure bedacht bij de beroepsvormingen scholen dat leerkrachten met de ouders zullen zitten en mogen een beroep tekenen als ze niet eens zijn met het assessment van de school. Volgens Ori streeft elke ouder er juist naar om hun kind richting algemeen vormend onderwijs te plaatsen. Ori vreest naar zijn inschatting dat veel ouders gebruik zullen maken van de beroepsprocedure. Voor de onderwijsminister is het cruciaal om te weten wat precies is gekomen uit leerjaar 10. “Die gegevens die ik dus krijg als minister zijn behoorlijk wat rode kaarten en rode stoplichten die aangeven dat de praktijk niet ready is. Als die informatie jou bereikt, ga je rustig zitten en hebben we nog drie maanden om gepaste maatregelen te nemen”, zegt Ori duidelijk. Hij benadrukt dat het ministerie daar zorgvuldig mee om zal gaan.