Vandaag heeft de officiële overdracht van het voorzitterschap van de Caribbean Development and Cooperation Council (CDCC) plaatsgevonden in Hotel Torarica.
De minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin, geeft vanaf vandaag leiding aan dit orgaan. Ramdin wil het werk van de scheidende voorzitter, de minister van Buitenlandse Zaken van Sint Vincent & the Grenadines, Keisal Melissa Peters, voortzetten. Dit, vooral omdat Suriname in de unieke positie is als een leidende stem van de Caribische regio als voorzitter van de Caricom.
Oplossingen zoeken
Ramdien heeft andere Caricom-landen opgeroepen om gebruik te maken van de ruimte die de CDCC hen heeft geboden om innovatieve oplossingen te zoeken voor onze hoge schuldenlast en schuldendienst kosten. Hiervoor verwees hij naar de situatie in het Caribisch gebied, maar voornamelijk in Suriname, sinds de Covid-19 pandemie. De minister zei ook dat de hele regio vanaf de start van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne kampt met economische uitdagingen.
De nieuwe CDCC-voorzitter vindt het noodzakelijk dat de Caricom-landen blijven samenwerken met internationale financiële instellingen om meer steun voor middeninkomenslanden te bevorderen. Het is ook de bedoeling om ervoor te zorgen dat de specifieke behoeften van het Caribisch gebied door de internationale gemeenschap worden gehoord en op zinvolle wijze worden aangepakt. “Suriname zet zich in om te helpen een verschil te maken en zich te concentreren op die gebieden die van voordeel zijn voor onze regio.”
Ramdin vertelde in zijn toespraak over de bijdrage van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (ECLAC). Dit is een regionale commissie van de Verenigde Naties, opgericht om economische en sociale ontwikkeling van de regio te bevorderen. De bewindsman voerde aan dat ECLAC een belangrijke rol heeft gespeeld bij onderzoek en analyse van ontwikkelingsuitdagingen in het Caribisch gebied, die van onschatbare waarde is geweest. Dit evenals hun inspanningen om initiatieven af te kondigen om de kritieke problemen waarmee de regio wordt geconfronteerd, aan te pakken. Het Caribbean Resilience Fund, dat vanmorgen kort is besproken, is een voorbeeld van deze inspanning.
Caribische subregionale hoofdkwartier
Als de nieuwe voorzitter van CDCC hoopt Ramdin nauwer samen te werken met het Caribische subregionale hoofdkwartier om training en capaciteitsopbouw te verzekeren die de veerkracht in Suriname en het bredere Caribische gebied zullen versterken.
Volgens de BIBIS-minister moet er gewerkt worden aan trainingen in schade en verlies, en ondersteuning voor de beoordeling van de gevolgen van rampen in de regio. “Het spreekt voor zich dat met de toegenomen frequentie en intensiteit van natuurlijke gebeurtenissen die de Caricom-landen blijven treffen, we nationale en regionale capaciteit moeten opbouwen om de impact van deze gebeurtenissen te meten, en om te leren hoe we door een goede planning de gevolgen ervan tot een minimum kunnen beperken.”