Suriname is niet ready voor chemische en radiologische incidenten. Daarom organiseerden PAHO en het ministerie van Volksgezondheid een workshop om de nationale paraatheid te versterken en de risico’s beter te beheersen.
Suriname beschikt nog niet over voldoende nationale paraatheid voor chemische en radiologische noodgevallen. Om hierin verandering te brengen, organiseerde de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO), in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid en diverse nationale belanghebbenden, een multidisciplinaire workshop in Courtyard by Marriott.
De bijeenkomst op woensdag 30 juli bracht actoren uit de volksgezondheid, milieubescherming, noodhulpdiensten, regelgeving, klinische zorg en andere relevante sectoren bijeen. Het doel was om de intersectorale coördinatie en nationale voorbereiding op chemische en radiologische incidenten te versterken. Tijdens de workshop werd er gesproken over een beoordeling van documentatie over eerdere incidenten en identificatie van hiaten in bestaande noodplannen. Maar ook scenariogebaseerde oefeningen op nationaal niveau en kennisuitwisseling tussen sleutelfiguren uit verschillende sectoren kwam aan de orde.
PAHO: Suriname mag niet achterblijven
Volgens PAHO/WHO-vertegenwoordiger Yafflo Ouatarra is het zorgwekkend dat Suriname onvoldoende voorbereid is op dergelijke crisissituaties. “Ik heb gewerkt in landen met oorlogen en rampen. Suriname is vreedzaam, maar ook hier kunnen ernstige problemen ontstaan als we niet goed voorbereid zijn. Denk aan de opslag en het transport van chemische stoffen, zeker gezien de groeiende olie- en gasindustrie.”
Ouatarra verwees naar de ramp in de haven van Beiroet (2020), waar 2.750 ton ammoniumnitraat ontplofte. De explosie veroorzaakte meer dan 220 doden en duizenden gewonden. “Dat was de grootste niet-nucleaire explosie van deze eeuw. Zulke rampen kunnen ook elders gebeuren, als de voorbereiding ontbreekt.”
Ook wees hij op het risico van stralingsresten bij kankerbehandelingen, die via uitscheidingen schadelijk kunnen zijn voor de directe omgeving. “Hoewel Suriname geen nucleaire technologie gebruikt, werken we wel met stralingsbronnen. We moeten beheersen hoe daarmee wordt omgegaan, zowel in zorginstellingen als op andere locaties.”
Ouatarra benadrukte dat de workshop niet slechts een aanzet is, maar een keerpunt moet vormen. “De wetenschap ontwikkelt zich snel. We moeten ons denken aanpassen en durven plannen maken voor scenario’s die we nu misschien nog onwaarschijnlijk achten. Zeg nooit: ‘Het zal hier niet gebeuren’.”
Lessen trekken uit het verleden
Ziekenhuisapotheker en toxicoloog Jules de Kom gaf een overzicht van chemische incidenten in Suriname en besprak hun achtergronden. Hij benadrukte het belang van leren van eerdere gebeurtenissen. “We moeten kennis delen, systemen opzetten en beginnen met kleine stappen. Incidenten zullen altijd voorkomen, maar onze paraatheid maakt het verschil.”
De Kom onderstreepte dat het documenteren en beschikbaar stellen van incidentgegevens essentieel is voor het verbeteren van de nationale respons.
Klinisch fysicus en bestralingsbeschermingsdeskundige Whitney Coulor presenteerde vanuit haar rol als ‘Health Sector Consultant’ een plan voor radiologische paraatheid. Ze belichtte incidenten in Suriname en de regio en benadrukte het belang van gedocumenteerde informatie. “Niet alle actoren beschikken over dezelfde mate van kennis. We kunnen enkel delen wat vastgelegd is. Als er niets wordt gerapporteerd, dan is dat op zich al zorgwekkend.”
Volgens Coulor moet Suriname systematischer gegevens verzamelen over het gebruik van radioactieve bronnen en röntgentoestellen. “We hebben nu alle koppen bij elkaar gebracht. De volgende stap is het centraliseren van beschikbare informatie, zodat we beter voorbereid zijn op toekomstige dreigingen.”