In zijn toespraak op de VN-klimaatconferentie COP26 op dinsdag 2 november riep president Chandrikapersad Santokhi op om de bestaande financiële instrumenten te herzien op hun efficiëntie en effectiviteit. De goede bedoeling van de klimaattop en de besluiten die gemaakt moeten worden zouden volgens het staatshoofd van weinig betekenis zijn als ze niet ondersteund worden door nieuwe concessionele financiering. “Daarbij moeten we realistisch, toekomstgericht en evenwichtig zijn in onze bedoelingen”, zegt de president in zijn toespraak.
Hij herinnert de aanwezigen eraaan dat door de ondertekening van het Parijs-akkoord in 2015, bijna de hele wereld instemde om de verwachte temperatuurstijging ruim onder de 2 graden Celsius en bij voorkeur onder 1,5 graad Celsius te houden. “Ik kan mijn diepe teleurstelling uiten, dat noch de financiële steun, de mitigerende maatregelen, noch de vermindering van de uitstoot, beloofd in 2015, zijn gerealiseerd.”
Kwetsbare landen
De kwetsbare landen die het hardst getroffen zullen worden door de drastische klimaatveranderingen zijn de landen met laaggelegen kustgebieden als Suriname en kleine eilandstaten in ontwikkeling zoals in het Caribisch gebied. Desondanks hebben deze kwetsbare groepen tussen 2016 en 2018 niet meer dan 2 procent van de wereldwijde klimaatfinanciering ontvangen. Volgens Santokhi is het in 2015 getoonde medeleven niet meer terug te vinden. “Deze landen, die op geen enkele manier verantwoordelijk zijn voor de verwoestende oorzaken van klimaatverandering, worden geconfronteerd met toenemende fiscale problemen, veroorzaakt door klimaatverlies en –schade, de impact van de aanhoudende COVID-19-pandemie, stijgende gasprijzen en schulden.”
Geen ander keus dan samenwerken
Er is volgens Santokhi geen andere keus dan om nu te handelen en ons te richten op de toekomst. “Alleen door samen te werken, kunnen we de uitdagingen van klimaatverandering het hoofd bieden. De mensen en de particuliere sector hebben de doelstellingen van het klimaatmitigatie- en adaptatiebeleid omarmd. Er is brede steun voor de transitie naar een groene economie”, houdt de president voor in zijn toespraak. Ook moet er worden gekeken naar herzieningen die het mogelijk maken voor landen als Suriname en het brede Caribisch gebied om deze transitie te kunnen maken. Hij roept de landen op om innovatief te denken De dromen voor het verminderen van CO2 zullen niet zomaar uitkomen. “We zullen moeten blijven investeren in koolstofreductie en meer kostenbesparende technologieën voor het verminderen van koolstof.”
Dubbele standaarden
President Santokhi merkt op dat er dubbele standaarden sluipen in het denken, waarbij degenen die al hebben geprofiteerd van door koolstof gedreven economieën, opkomende economieën willen voorkomen en soortgelijke fundamenten willen leggen voor politieke stabiliteit, sociale ontwikkeling en economische welvaart. “Tegen deze achtergrond nemen wij met bezorgdheid kennis van de oproep van sommigen in de internationale gemeenschap om zonder onderscheid te stoppen met investeren in nieuwe projecten op het gebied van fossiele brandstoffen.” Hij zegt dat wij ons ook moeten realiseren dat alle goede bedoelingen minder of niets zullen betekenen als ze niet worden ondersteund door nieuwe concessionele financiering. Bestaande financiële instrumenten moeten hierbij worden herzien op hun efficiëntie en effectiviteit.