Dat journalistiek een gevaarlijk beroep is, is wereldwijd bekend. Dit is wederom bevestigd na de mishandeling van journalist Jason Pinas, door leden van het beveiligingsteam van de vicepresident en de wijze van afhandeling van de zaak door het Openbaar Ministerie (OM). De journalistieke rechtszekerheid is in het gedrang, zegt de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) in een statement.
De vondst van handgranaten vanochtend onder een auto op het erf van journalist Jason Pinas, is zeer schokkend voor Pinas en SVJ, ondersteund door het brede journalistieke veld. Deze vorm van bedreigingen zullen hun weerslag hebben op de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de journalistiek en betekend een gevaar voor de persvrijheid.
DE SVJ steld zich op het standpunt dat er een diepgaand onderzoek wordt ingesteld naar de hufterige aanval op Pinas. De ondermaatse aanval vond plaats op 14 december, voor het gebouw van De Nationale Assemblee. In aanwezigheid van de vicepresident en vele anderen die zich op dat moment daar bevonden werd de journalist mishandeld. De drie verdachten die door het Openbaar Ministerie in beeld waren gebracht, een politieman en twee ‘ex-leden van het Jungle Commando, die schuld hadden bekend, zijn niet in hechtenis genomen. Het slachtoffer is door deze vernederende gebeurtenis getraumatiseerd. Bij de SVJ heerst hierdoor onbegrip voor het besluit van het O Mi. Zijn deze strafrechtelijke en feitelijke handelingen niet strafwaardig genoeg om op te treden tegen de verdachten?
Intussen is het Openbaar Ministerie aangeschreven en gevraagd om op basis van de wet te zorgen voor de rechtshandhaving in het strafrechtelijke onderzoek in deze zaak. Ook wordt onmiddelijk een onderzoek geëist naar de openlijke bedreiging vanochtend op het adres van de journalist. De daders moeten worden berecht. In deze kwestie zal Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking de SVJ ontvangen, namens de president en wel om 14.00 uur.