Baanwielrenster Tachana Dalger is niet tevreden met haar debuut tijdens de UCI Track Nations Cup in Caïro, Egypte afgelopen week. Zij formeerde samen met landgenoot Jaïr Tjon En Fa de Surinaamse vertegenwoordiging op dit internationaal toernooi.
In tegenstelling tot haar mannelijke collega maakt Dalger kleine stappen en behoort zij nog lang niet tot de wereldelite. Dit evenement was een uitgemeten kans om haar niveau met de besten te meten. “Ik heb het niveau van de wereldtop kunnen meemaken. Het resultaat was niet naar mijn verwachtingen en zoals ik het wilde, omdat ik niet mijn beste heb kunnen geven.”
Zij kwam uit op de onderdelen 200 m sprint en keirin. Tijdens de kwalificatieronde bij de sprint noteerde de Surinaamse, de 36ste snelste tijd (12 seconden) in een veld van 40 vrouwen. Bij de keirin geraakte zij ook niet uit de kwalificatieronde. Er waren totaal 7 heats van vijf tot zes dames, waarvan slechts de eerste twee zich voor de volgende fase konden kwalificeren. Overall eindigde Dalger als 37ste in een veld van 41 deelnemers.
Obstakels
Volgens Dalger waren er veel obstakels. “De accommodatie was niet goed, alhoewel een ieder voor zijn eigen verblijf moest zorgen. Hotels dichtbij de wedstrijdlocatie waren prijzig. Transport naar en van de baan was heel moeilijk. Communiceren met mensen (taxi’s) was bijna niet mogelijk”, schetst de wielrenster een beeld. De wielrenster ondervond ook last van het klimaat. “Ik werd vlak voor en tijdens mijn races ziek en dat verpestte een heleboel.” Ze jammerde om voorgenoemde problemen, “maar ik moest toch door vechten en racen. Ik kon er verder niets aan doen.”
De Surinaamse erkent echter dat zij nog een lange weg moet bewandelen. “Het niveau was heel hoog. Ik ben nog niet zo ver, maar ben onderweg.” De meervoudige wielrenster van het jaar is blij met de opgedane leerlessen. “Het is een nieuwe level. Ik heb gezien waar ik sta, heb heel veel kunnen leren en weet nu wat ik nog allemaal moet doen om aan top te komen.”
Ze merkt wel enige groei. Ondanks het recent resultaat meent de wielrenster dat zij niet meer op het niveau van een jaar geleden is. Hoofddoelstelling voor dit evenement was het best mogelijke resultaat te behalen “en mezelf in een hoge positie te plaatsen. Ik verwachtte niet veel, want het was mijn eerste Nations Cup tegen wereldtoppers.”
De focus wordt nu gericht op de volgende Nations Cup wedstrijden in Milton, Canada van 20-23 april. “Ik moet consistent blijven en hard trainen om mijn beste te geven.” Op het programma staan mogelijk ook deelname aan UCI-wedstrijden in Trinidad, eind april. “Daarna heb ik de Pan-Amerikaanse kampioenschappen en hopelijk ook de wereldkampioenschappen.”