Ik neem de vrijheid om vandaag te starten met een leuke aanrader: bij verveling, doe de televisie aan, breng het audio volume naar nul en volg een DNA-vergadering. Wil je die ervaring een extra kick geven? Fantaseer in gedachten jouw eigen dialogen, bij sprekende leden en interacties, die in beeld verschijnen.
Zelf deed ik dat weer bij de live-uitzending van de speciale assembleevergadering i.v.m. de toelating van de nieuwe leden, gekozen bij de verkiezingen van 25 mei. Een van de dingen, die snel in het oog sprong, was hoe harmonieus en bijna vredig iedereen met elkaar leek om te gaan.
Glimlachende gezichten bijna overal, mannen en vrouwen op hun best gekleed en de ogenschijnlijke wil van vrijwel iedereen, in de grote vergaderzaal, om zichzelf zo deftig en beschaafd mogelijk te presenteren.
Wat een verschil was dat beeld met de praktijk, van bijvoorbeeld de afgelopen zes maanden. Je zou niet denken dat veel van dezelfde personen en partijen, tot de tanden gewapend, elkaar vrijwel elke dag, met verve en bijna on-Surinaamse vijandigheid hebben bestookt.
Maar wel allemaal nette mensen bij elkaar, afgelopen zondag.
Het was best raar om de deelnemers en de verschillende kampioenen van het vijfjaarlijkse “sla jouw tegenstander kreupel” festijn, in een ruimte te zien, zonder te vechten, zonder vijandigheid. Ogenschijnlijk, welteverstaan.
En ondanks dat ik al aan dit tafereel gewend behoor te zijn creëerde het een, voor mijn verstand, toch weer te scherp contrast tussen de theorie van die dag, versus de praktijk van zowat het hele jaar.
Maar het was niet alleen het uiterlijke vertoon van die dag dat conflicten veroorzaakte in mijn brein. Achteraf – ik hield het de hele uitzending op beeld zonder geluid – las ik een aantal berichten over wat degenen, die spraken, allemaal hebben gezegd.
Chan de sheriff, vertrekkend president – hij lijkt nog erg veel moeite te hebben om die praktische waarheid te accepteren – sprak vredige taal en verbindende woorden. Hij had het onder andere over hoe we het land alleen samen zullen kunnen opbouwen. Het is maar goed dat ik niet luisterde. Want ik weet niet of ik op dat moment het enorme verschil tussen zijn woorden en daden zou kunnen bevatten.
Ondanks Chan en zijn VHP weten dat vertrek onvermijdelijk is en dat het land grote behoefte heeft aan een snelle en rustige transitie, gebruiken ze, als professionele muggenzifters, alle middelen en mogelijkheden om maximaal tijd te rekken en de binnenkomst van de nieuwe kampioenen zo lang mogelijk uit te stellen.
En het lijkt Chan en de VHP weinig te schelen dat het slecht is voor het land. Ergens schijnen ze nog te geloven in een andere uitkomst dan de realiteit, die zich aan het voltrekken is, zonder hun.
Maar ook het contrast, aan de zijde van het inkomende kamp, is moeilijk te negeren. De nieuwe parlementsvoorzitter, Lila Ashwin, had het in zijn plechtige, beleefde toespraak over hoe belangrijk het is om de waarheid te spreken: “want in waarheid ligt gezag”. Maar Lila Ashwin had het ook over “het verband tussen dienstbaarheid en kracht en dat toekomstbouw hoop voortbrengt”.
Prachtige theoretische uitgangspunten. Verschrikkelijk mooi om te horen ook. Maar zijn eigen woorden staan wel erg haaks op redelijk recente, negatieve praktijk, waar ook hij persoonlijk aan gekoppeld is.
En dan is er nog die kwestie met ABOP en Ronnie, onderdeel van de nieuwe zes-partijen-coalitie. Of is hij werkelijk nog deel van de groep van zes? Er lijkt ook hier een belangrijk verschil te ontstaan tussen theorie en praktijk.
Om te beginnen, Brunswijks verkiezing bij acclamatie tot vicevoorzitter van het parlement. Overtuigend dus, zijn verkiezing, maar Brunswijk wil die post helemaal niet, als we zijn woorden mogen geloven.
Hij en de ABOP willen meer en hoger. Concreet: minimaal de post van vicepresident. En dat verdienen ze, volgens hun, omdat ze de tweede grootste partij zijn, binnen de coalitie. En geef ze, op basis van de cijfers en feiten, nou eens ongelijk.
Maar voor Ronnie en ABOP geldt – daar lijkt het op – dat ze zo snel als mogelijk moeten leren leven met het verschil tussen wat ze denken dat ze verdienen en wat ze uiteindelijk gaan krijgen: tussen theorie en praktijk dus. Want niet de ABOP, maar de NPS krijgt de post van vicepresident, tot onverbloemde ongenoegen van Ronnie.
Ook daar is het verschil tussen wat het op papier behoort te zijn en de realiteit bepalend. Ja, Ronnie en ABOP, zijn de tweede grootste, cijfermatig, maar de NPS dwingt gewoon meer respect af bij de andere coalitiepartners en zeker bij de grootste, de NDP. Dat bepaalt dat de volgende vicepresident komt uit NPS en niet uit ABOP.
Niet dat we ervan uit moeten gaan dat Ronnie (vooral) zal kunnen leven met het verschil tussen wat het op papier behoort te zijn en wat het in het echt lijkt te gaan worden. Deels is dat ook te begrijpen. Het wordt door hem en ABOP ervaren als oneerlijk.
Meer nog, het kan schadelijk zijn voor Ronnie’s imago, als de sterke leider van zijn mensen, als hij genoegen neemt met de vierde hoogste post, binnen de coalitie. Dus met minder dan hij en zijn mensen recht op hebben.
Ze moeten er bij de groep van zes, serieus rekening mee houden dat het vicevoorzitterschap van het parlement door Ronnie en zijn partij, gezien kan worden als een bevestiging dat de marrongemeenschap, ook in 2025, niet als goed genoeg gezien en behandeld wordt.
Alle theoretische taal over gelijkheid en gelijkwaardigheid, ongeacht etnische afkomst, zal, al is het slechts gevoelsmatig, het verschil, tussen verwachtingen en realiteit, misschien niet kunnen overbruggen.
Met Ronnie’s publiekelijk getoonde onvrede, kan het zomaar dat we straks niet hebben een regeringscoalitie van zes partijen, maar een van vijf en een half, of vijf. De politieke werkelijkheid kan heel snel wegschuiven van wat op papier is afgesproken.
En we kunnen zo ver als mogelijk teruggaan in de geschiedenis: de politiek en het gedrag binnen dat domein worden bepaald door de realiteit, niet door mooie theoretische taal en voornemens op papier.
De nu nog overzichtelijke groep, die de scepter gaat zwaaien, zou makkelijk kunnen verworden tot een vechtende bende, niet de voor land en volk broodnodige eenheid, die het met handtekeningen en afspraken heeft beloofd te zullen zijn.