Het komende jaar is een zogenaamd jubileumjaar voor wat betreft de zogenaamde afschaffing van de slavernij. Honderdzestig jaar geleden kregen we op 1 juli te horen dat we tien jaar na dato van onze vrijheid mogen genieten. Of we dat 160 jaar na dato ook echt doen, is een tweede. Dat even terzijde leggend, vraag ik me nog wel af wat we zouden doen als we in plaats van excuses iets anders zouden hebben gekregen. Ja, stel dat Nederland op 19 december had aangegeven van “Luister, nazaten, we draaien het terug. Met ingang van 1 juli 2023 krijgen jullie weer de status van slaaf en vervallen per die datum ook de rechten behorende tot die van een vrij mens.” Denken we niet dat ineens de hele Afro-Surinaamse bevolking op haar achterste poten zou staan om te schreeuwen dat het onkan is en dat mensenrechten niet discutabel en onomkeerbaar zijn. Dat zijn ze namelijk echt. Helaas passen wij ze in Suriname vrij selectief toe.
Dat brengt me bij het nadeel in het hele mensenrechten verhaal: het zijn mensen die andere mensen deze rechten toekennen. Voor de toekennenden is het leuk en gezellig daar zij boven de werkpaarden staan. Mooie sier kunnen ze maken. Voor de mensen die moeten afwachten tot zij van hun rechten mogen genieten, is het een ander verhaal. Vaak moeten zij obstakels overwinnen, vaak in de vorm van oude, (donker)witte mannen in grijze pakken.
Absurd dat dit anno 2022 nog steeds zo heeft gewerkt en waarschijnlijk anno 2023 ook het geval zal zijn. Ook in het Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk, Surinames Beloofde Land, klinken er anti-mensenrechten geluiden. Daar waar same sex koppels eindelijk erkend werden, is er nu een kans op dat dit weer teruggedraaid zal worden. Hoe hinderlijk is dat? Zelf kijk ik altijd naar een bepaalde hoek.