Ronnie Brunswijk blijft formeel vicepresident van Suriname totdat er een opvolger is gekozen. Dat stelt NDP-parlementariër Stephen Tsang.
“Na zijn beëdiging als parlementslid is hij automatisch op non-actief. Hij kan dus geen bestuurlijke besluiten meer nemen of tekenen, maar hij blijft de functie dragen totdat er een opvolger is gekozen,” aldus Tsang tegenover journalisten.
Ook VHP-parlementariër Mahinder Jogi onderschrijft dit standpunt. Volgens hem is de Grondwet duidelijk: het is niet toegestaan om twee hoge staatsfuncties gelijktijdig te bekleden. “Je mag geen twee functies vervullen,” zegt Jogi.
Tot eerder vandaag was onduidelijk of Brunswijk zijn functie als vicepresident schriftelijk had neergelegd. Indien dat het geval was geweest, zou er formeel geen vicepresident meer zijn totdat een nieuwe kandidaat is verkozen. Of dit bestuurlijk gevolgen heeft, is nog onduidelijk.
Grondwettelijke onverenigbaarheid
De Surinaamse Grondwet laat er geen twijfel over bestaan. Artikel 91, lid 2 bepaalt dat leden van De Nationale Assemblee niet tegelijkertijd vicepresident, minister of lid van andere hoge staatsorganen mogen zijn. Toelating tot het parlement betekent automatisch het einde van het vicepresidentschap. Hiervoor is geen aparte ontslagprocedure vereist.
Voordat deze onverenigbaarheid formeel intreedt, moet Brunswijk nog officieel worden toegelaten als lid van De Nationale Assemblee. Dit gebeurt na het onderzoek van zijn geloofsbrieven, gevolgd door beëdiging en formele toelating tijdens een openbare vergadering.
Verkiezing nieuwe vicepresident
De nieuwe voorzitter van het parlement gaat de volgende vergadering moeten uitschrijven waar mogelijk de nieuwe president en vicepresident gekozen zullen worden. Dit wordt naar alle waarschijnlijkheid op 8 juli gehouden. Volgens de commissie die zich over de geloofsbrieven moest buigen heeft Ebu Jones aangegeven dat zij lid Brunswijk wel zullen toelaten met de nodige kanttekeningen over zijn functie als vicepresident. Asis Gajadien die ook deel was van de commissie geeft duidelijk aan dat Brunswijk afstand zou moeten doen van zijn functie alvorens hij toegelaten kan worden.