De voorbereidingen van de U-20 nationale jongens voetbalselectie verlopen in rap tempo. Intussen is bekend dat 8 internationals uit de diaspora zich hebben gevoegd bij de groep bestaande uit lokale voetballers.
Bondscoach Werner Blackson en overige technische staf staan nu voor de immense taak om het tot een geheel samen te smelten. In gesprek met de bondstrainer en 3 diasporaspelers blijkt dat er hard wordt gewerkt aan het ‘wij’-gevoel.
Naar zeggen van Blackson is de lokale groep al lang voorbereid op de komst van spelers uit diaspora. “Ze zijn enthousiast om samen te werken, maar voor de uitvallers is het misschien minder.” Blackson doelt met het laatste op lokale voetballers, die plaats hebben moeten maken voor de jongens uit Nederland. De oefenmeester weet hoe hard het kan aankomen, maar wijst op de realiteit binnen het voetbalgebeuren. “Je hebt te doen met mensen, maar wij vragen ook begrip en medewerking voor het integratieproces. Het is geen makkelijke taak, maar die uitdaging ga ik niet uit de weg. Wij gaan er alles aan doen om er het beste van te maken.”
Blackson is blij met de komst van de diaspora. De bondscoach had hen weliswaar eerder gewild, “maar dat is niet gelukt.” Naar verluidt had de bondstrainer gevraagd of hij over de jongens rond eind januari of begin februari kon beschikken. Zodoende zou er voldoende tijd zijn om met de complete groep (lokaal en diaspora) te trainen. Hoewel het niet gelukt is, belooft Blackson dat hij en technische staf alles eruit zullen proberen te halen voor een goed resultaat. Hij erkent dat er bij de scouting van jeugdige spelers nauwelijks uitgebreid beeldmateriaal beschikbaar is. De oefenmeester moest het doen met korte samenvattingen, maar benadrukt dat de voetbalhandelingen van de diaspora-spelers goed ontwikkeld zijn. “Ik geloof dat zij een toegevoegde waarde zullen zijn.” Voor elke positie is voor een goede balans gezorgd en versterking binnengehaald.
“Mijn roots liggen in Suriname. Van de landen waarvoor ik zou kunnen uitkomen, kies ik het liefst voor Suriname”, aldus een enthousiaste Jahnilo Wiegel. De 18-jarige boomlange doelman uitkomende voor PEC Zwolle kijkt met enthousiasme uit naar het CONCACAF U-20 kampioenschap. “Het lijkt mij een groot toernooi dat heel erg leeft. Ik denk dat wij een heel mooie prestatie kunnen neerzetten met het team dat wij nu hebben.”
Wiegel probeert positief te zijn en de verwachtingen waar te maken. Naar zijn zeggen is het een bijdrage die elke speler hoort te leveren. De jonge doelverdediger was heel erg onder de indruk van de opvang vanaf Schiphol, Nederland. Het is trouwens zijn eerste keer vliegen. “Dan kom ik aan in Suriname met hele toffe, duidelijke en eerlijke mensen, die mij hier hebben geholpen. Volgens Wiegel zijn de lokale jongens allemaal positief. Wij kwamen naar binnen met een applaus. Je voelt je gelijk welkom, dus heel erg positief.”
Voor Girayhno Kluivert, uitkomende voor Almere City, is Suriname niet onbekend. “Ik ben al vaker geweest en had toen al uitgesproken voor het nationaal team te willen spelen en nu is het eindelijk uitgekomen.” De 18-jarige middenvelder werd benaderd, waarna Kluivert een gesprek had met Blackson. “Toen heb ik gehoord dat ik werd geselecteerd. Ik was heel erg blij.” Naar zijn zeggen was de reis naar Suriname goed. “Met gezellige boys. Uiteindelijk kwamen wij hier aan en zijn goed opgevangen. De lokale boys zijn een leuke groep. Ze hebben ons warm verwelkomd, dus konden wij makkelijk integreren.”
Kluivert hoopt op zijn positie veel ballen van de tegenstander af te pakken. “Ik wil mijn aanvallers vervolgens in stelling brengen om te scoren.” Hij hoopt dat Suriname door kan naar de eindronde in de strijd om het CONCACAF kampioenschap. “De trainer zei tegen ons dat wij historie kunnen schrijven. Ik denk dat als iedereen voor het land wil vechten dan komt het wel goed.”
Djaier Prijor van PEC Zwolle is na een aantal jaren weer deel van een Surinaams voetbalteam. Het 18-jarige voetbaltalent speelde eerder voor de U-15 selectie. “Ik woonde in Suriname en speelde voor Transvaal. Toen ik 12 of 13 jaar oud was verhuisde ik naar Nederland. Ik ben blij dat ik weer hier ben.”
Hij heeft mooie herinneringen van Transvaal. “Ik volg ze nog altijd en mijn hart ligt nog daar, want bij hen heb ik leren voetballen. Het is een hele mooie club met leuke mensen.”
De vleugelaanvaller die op beide flanken uit de voeten kan, is blij om weer voor zijn land te kunnen uitkomen. Hij wil zijn bijdrage leveren. “Ik wil doelpunten schieten, zodat ik mijn land kan laten doorgaan naar de volgende ronde.” Prijor gelooft dat de kwalificatie voor de eindronde een heel mooi toernooi wordt. “Ik denk dat wij niemand moeten onderschatten, want iedereen komt vechten voor een doel. Dus ik denk dat het gewoon een heel leuk toernooi wordt.” Het grote moment breekt volgende week aan.